Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- réprimande:
- réprimander:
-
Wiktionary:
- réprimande → aanmaning, aansporing, vermaning, waarschuwing, vermaan
- réprimande → verwijt, berisping
- réprimander → manen, aanmanen, aansporen, beknorren, berispen, terechtwijzen, verwijten
- réprimander → op het matje roepen, uitkafferen, berispen, verwijten
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- reprimande:
Frans
Uitgebreide vertaling voor réprimande (Frans) in het Nederlands
réprimande:
-
la réprimande
-
la réprimande
-
la réprimande
-
la réprimande (blâme; vitupération; reproche; réprobation; remontrances)
Vertaal Matrix voor réprimande:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
berisping | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | |
gisping | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | |
lering | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | classe; conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; enseignement; exposé; instruction; interprétation; lecture; leçon; séance |
reprimande | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | |
schrobbering | réprimande | |
standje | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | attitude; posture; tenue |
terechtwijzing | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | |
uitbrander | réprimande | |
uitschijter | réprimande | |
verwijt | blâme; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération | reproche |
Synoniemen voor "réprimande":
Wiktionary: réprimande
réprimande
Cross Translation:
noun
-
blâme formuler.
- réprimande → aanmaning; aansporing; vermaning; waarschuwing; vermaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• réprimande | → verwijt; berisping | ↔ rebuke — harsh criticism |
réprimander:
réprimander werkwoord (réprimande, réprimandes, réprimandons, réprimandez, réprimandent, réprimandais, réprimandait, réprimandions, réprimandiez, réprimandaient, réprimandai, réprimandas, réprimanda, réprimandâmes, réprimandâtes, réprimandèrent, réprimanderai, réprimanderas, réprimandera, réprimanderons, réprimanderez, réprimanderont)
-
réprimander (reprocher; condamner; blâmer; déshonorer; jeter quelque chose aux pieds de; vitupérer; avoir de la rancune; critiquer; avoir de la rancoeur)
beschuldigen; verwijten; aanrekenen; voorhouden; blameren; voor de voeten gooien; berispen; aanwrijven; laken; nadragen; gispen-
voor de voeten gooien werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
réprimander (admonester)
-
réprimander (blâmer; critiquer)
-
réprimander (reprendre; blâmer; gronder)
-
réprimander (gronder quelqu'un)
-
réprimander (en vouloir à quelqu'un; blâmer; avoir de la rancune; condamner; reprocher; enlever; éprouver du ressentiment; critiquer; prendre; gronder; compromettre; réprouver; discréditer; jeter quelque chose aux pieds de; avoir de la rancoeur; avoir à redire; retirer; déshonorer; garder rancune)
beschuldigen; iemand iets verwijten; blameren; kwalijk nemen; nadragen; voor de voeten gooien; iemand iets aanrekenen; laken; aanwrijven-
iemand iets verwijten werkwoord
-
kwalijk nemen werkwoord
-
voor de voeten gooien werkwoord
-
iemand iets aanrekenen werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
réprimander (tancer; donner une réprimande)
uitbrander geven-
uitbrander geven werkwoord
-
Conjugations for réprimander:
Présent
- réprimande
- réprimandes
- réprimande
- réprimandons
- réprimandez
- réprimandent
imparfait
- réprimandais
- réprimandais
- réprimandait
- réprimandions
- réprimandiez
- réprimandaient
passé simple
- réprimandai
- réprimandas
- réprimanda
- réprimandâmes
- réprimandâtes
- réprimandèrent
futur simple
- réprimanderai
- réprimanderas
- réprimandera
- réprimanderons
- réprimanderez
- réprimanderont
subjonctif présent
- que je réprimande
- que tu réprimandes
- qu'il réprimande
- que nous réprimandions
- que vous réprimandiez
- qu'ils réprimandent
conditionnel présent
- réprimanderais
- réprimanderais
- réprimanderait
- réprimanderions
- réprimanderiez
- réprimanderaient
passé composé
- ai réprimandé
- as réprimandé
- a réprimandé
- avons réprimandé
- avez réprimandé
- ont réprimandé
divers
- réprimande!
- réprimandez!
- réprimandons!
- réprimandé
- réprimandant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor réprimander:
Synoniemen voor "réprimander":
Wiktionary: réprimander
réprimander
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• réprimander | → op het matje roepen | ↔ call on the carpet — reprimand |
• réprimander | → uitkafferen; berispen | ↔ lay into — To berate; to scold. |
• réprimander | → verwijten; berispen | ↔ rebuke — to criticise harshly; to reprove |
Verwante vertalingen van réprimande
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor réprimande (Nederlands) in het Frans
réprimande vorm van reprimande:
-
de reprimande (terechtwijzing; standje; berisping; verwijt; lering; gisping)
-
de reprimande (berisping; standje; terechtwijzing)
la réprimande
Vertaal Matrix voor reprimande:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blâme | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | blaam; smet; vlek |
remontrances | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berispingkjes; slechte aantekeningen; slechte notities; standjes |
reproche | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | kwalijk nemen; verwijt; verwijten |
réprimande | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | schrobbering; standje; uitbrander; uitschijter |
réprobation | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | afkeuren; blaam |
vitupération | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt |