Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- prochain:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor prochain:
- komende
Frans
Uitgebreide vertaling voor prochain (Frans) in het Nederlands
prochain:
-
prochain (suivant; ci-dessous; subséquent; ci-après; succédant à; que voici)
volgende; navolgend; onderstaande-
volgende bijvoeglijk naamwoord
-
navolgend bijvoeglijk naamwoord
-
onderstaande bijvoeglijk naamwoord
-
-
prochain (subséquent; suivant; succédant à)
-
prochain (à venir; futur; suivant)
-
prochain (suivant; à venir; en premier; d'abord)
-
prochain (futur; à venir; entendu; proposé; apprenti; proche; en herbe)
toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand-
toekomstig bijvoeglijk naamwoord
-
aankomend bijvoeglijk naamwoord
-
toekomend bijvoeglijk naamwoord
-
toekomstige bijvoeglijk naamwoord
-
aanstaand bijvoeglijk naamwoord
-
-
prochain (tout à l'heure; tout de suite; immédiatement; à bref délai; vite; aussitôt; tantôt; bientôt; presque; directement; prochainement; direct; avant peu; dans un instant; rapidement; prompt; sous peu; d'ici peu)
-
le prochain (semblable)
Vertaal Matrix voor prochain:
Synoniemen voor "prochain":
Wiktionary: prochain
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
prochain | komende | 13 |
Computer vertaling door derden: