Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
pause:
- pauze; tussenpoos; onderbreking; rustpauze; verpozing; onderbreken; verbreken; middagpauze; lunch; schaftuur; schafttijd; lunchpauze; lunchtijd; afleiding; verzetje; verstrooiing; verzet; pauzeren; cesuur; etenstijd; breuk; fractuur; speelkwartier; kloof; tussenruimte; uitsparing; spleet; opening; interim; tussentijd
- Pause:
-
Wiktionary:
- pause → pauze, rust, hele rust, onderbreking
- pause → pauze
Frans
Uitgebreide vertaling voor pause (Frans) in het Nederlands
pause:
-
la pause (récréation; détente; pause-déjeuner; pause du midi; intervalle; trêve; mi-temps; intermittence; heure du déjeuner; distraction; entracte; temps mort; temps d'arrêt)
-
la pause (repos; heure du déjeuner; relâchement; intermittence; entracte; intervalle; pause de midi; pause-déjeuner; pause du midi)
-
la pause (interruption; suspension)
-
la pause (pause de midi; pause déjeuner; heure du repas; mi-temps; heure du déjeuner; interruption; récréation; entracte; temps d'arrêt)
-
la pause (répit; délaissement; relâche)
-
la pause
-
la pause
-
la pause (césure; taillade; tartre)
-
la pause (heure du repas; pause de midi)
-
la pause (fracture; interruption; rupture; hernie)
-
la pause (récréation)
het speelkwartier -
la pause (fissure; fente; crevasse; espace; interligne; ravin; intervalle; blanc)
-
la pause (intérim; intermittence; période; interligne; temps; intervalle)
Vertaal Matrix voor pause:
Synoniemen voor "pause":
Wiktionary: pause
pause
Cross Translation:
noun
pause
-
suspension, interruption momentanée d’une action.
-
Figure de silence (musique)
- pause → hele rust
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pause | → pauze | ↔ Pause — Unterbrechung einer Tätigkeit |
• pause | → pauze | ↔ pause — temporary stop or rest |
Pause:
-
Pause
Onderbreken-
Onderbreken werkwoord
-
Vertaal Matrix voor Pause:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Onderbreken | Pause |