Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor nuance (Frans) in het Nederlands

nuance:

nuance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nuance (couleur; teinte; teint; )
    de kleur; de toon; de tint; het kleurtje
    • kleur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tint [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kleurtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la nuance (nuance de couleur; teinte; ton; tonalité)
    de nuance; de kleurschakering; de kleurnuance; de tint
  3. la nuance (jeu des couleurs)
    de schakering; het kleurenspel
  4. la nuance
    het tintje
    • tintje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la nuance (action de nuancer)
    de nuancering
  6. la nuance (harmonique inférieur)
    de ondertoon

Vertaal Matrix voor nuance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleur accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture
kleurenspel jeu des couleurs; nuance
kleurnuance nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
kleurschakering nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
kleurtje accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture
nuance nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
nuancering action de nuancer; nuance
ondertoon harmonique inférieur; nuance
schakering jeu des couleurs; nuance
tint accent; colorant; coloration; couleur; nuance; nuance de couleur; rougeur; teint; teinte; teinture; ton; tonalité teinte
tintje nuance
toon accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture accent; hauteur tonale; musique; note; note de musique; son; sonorité; teinte; timbre; ton; tonée; voix

Synoniemen voor "nuance":


Wiktionary: nuance

nuance
noun
  1. peinture|fr imprimerie|fr chacun des degrés différents par lesquels peut passer une couleur, conserver le nom qui la distinguer des autres.

Cross Translation:
FromToVia
nuance subtiliteit nuance — subtlety or fine detail
nuance schakering shade — variety of color
nuance schakering; ondertoon tinge — the degree of vividness of a colour; shade, hue or tint

nuancé:


Synoniemen voor "nuancé":


nuancer:

nuancer werkwoord (nuance, nuances, nuançons, nuancez, )

  1. nuancer (modifier; différencier)
    nuanceren
    • nuanceren werkwoord (nuanceer, nuanceert, nuanceerde, nuanceerden, genuanceerd)
  2. nuancer (apporter une distinction dans; moduler)
    onderscheid aanbrengen in; nuanceren; schakeren

Conjugations for nuancer:

Présent
  1. nuance
  2. nuances
  3. nuance
  4. nuançons
  5. nuancez
  6. nuancent
imparfait
  1. nuançais
  2. nuançais
  3. nuançait
  4. nuancions
  5. nuanciez
  6. nuançaient
passé simple
  1. nuançai
  2. nuanças
  3. nuança
  4. nuançâmes
  5. nuançâtes
  6. nuancèrent
futur simple
  1. nuancerai
  2. nuanceras
  3. nuancera
  4. nuancerons
  5. nuancerez
  6. nuanceront
subjonctif présent
  1. que je nuance
  2. que tu nuances
  3. qu'il nuance
  4. que nous nuancions
  5. que vous nuanciez
  6. qu'ils nuancent
conditionnel présent
  1. nuancerais
  2. nuancerais
  3. nuancerait
  4. nuancerions
  5. nuanceriez
  6. nuanceraient
passé composé
  1. ai nuancé
  2. as nuancé
  3. a nuancé
  4. avons nuancé
  5. avez nuancé
  6. ont nuancé
divers
  1. nuance!
  2. nuancez!
  3. nuançons!
  4. nuancé
  5. nuançant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor nuancer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schakeren modulation; variation des couleurs
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nuanceren apporter une distinction dans; différencier; modifier; moduler; nuancer
onderscheid aanbrengen in apporter une distinction dans; moduler; nuancer
schakeren apporter une distinction dans; moduler; nuancer

Synoniemen voor "nuancer":


Verwante vertalingen van nuance



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nuance (Nederlands) in het Frans

nuance:

nuance [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de nuance (kleurschakering; kleurnuance; tint)
    la nuance; la nuance de couleur; la teinte; le ton; le tonalité

Vertaal Matrix voor nuance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nuance kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint kleur; kleurenspel; kleurtje; nuancering; ondertoon; schakering; tint; tintje; toon
nuance de couleur kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint
teinte kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; kleur; kleurtje; timbre; tint; toon
ton kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint compositie; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; modulatie; muzieknoot; stembuiging; timbre; tonaliteit; toon; toonaard; toonhoogte; toonsoort; toonval; toonzetting
tonalité kleurnuance; kleurschakering; nuance; tint kiestoon; tonaliteit; toonaard; toonsoort
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
tonalité kiestoon
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ton je; jouw

Verwante woorden van "nuance":

  • nuancen, nuances

Wiktionary: nuance

nuance
noun
  1. peinture|fr imprimerie|fr chacun des degrés différents par lesquels peut passer une couleur, conserver le nom qui la distinguer des autres.
  2. peinture|fr nuance de couleur.