Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: noir

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: noir

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. noir:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor noir (Frans) in het Nederlands

noir:

noir bijvoeglijk naamwoord

  1. noir
    zwart
    • zwart bijvoeglijk naamwoord
  2. noir (pas éclairé; obscur; sombre; ténébreux; obscurément)
    donker; duister; onverlicht
  3. noir (mélancolique; triste; morose; )
    melancholisch; droefgeestig

noir [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le noir
    de zwarte; de neger
    • zwarte [de ~] zelfstandig naamwoord
    • neger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le noir (ténèbres; obscurité; nuit)
    de duisternis; de donker; het duister
    • duisternis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • donker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • duister [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le noir (homme de couleur; femme de couleur)
    de zwarte; de kleurling
    • zwarte [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kleurling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le noir (obscurité; ombre; nuit; ténèbres)
    de deemstering; de donkerte; de duisternis
  5. le noir (obscurité; manque de clarté; vague; manque de précision; ténèbres)
    de onduidelijkheid; de duisterheid; het duister
  6. le noir (fait d'être noir)
    de zwartheid; zwart zijn

Vertaal Matrix voor noir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deemstering noir; nuit; obscurité; ombre; ténèbres aube; crépuscule; demi-jour; demi-obscurité; lueur; lumière crépusculaire; moment crépusculaire; pénombre
donker noir; nuit; obscurité; ténèbres
donkerte noir; nuit; obscurité; ombre; ténèbres
duister manque de clarté; manque de précision; noir; nuit; obscurité; ténèbres; vague ignorance; inconnaissance; méconnaissance
duisterheid manque de clarté; manque de précision; noir; obscurité; ténèbres; vague
duisternis noir; nuit; obscurité; ombre; ténèbres enfer; enfers; feu éternel; géhenne; le royaume des ténèbres; ténèbres
kleurling femme de couleur; homme de couleur; noir
neger noir
onduidelijkheid manque de clarté; manque de précision; noir; obscurité; ténèbres; vague
zwart zijn fait d'être noir; noir
zwarte femme de couleur; homme de couleur; noir
zwartheid fait d'être noir; noir
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donker noir; obscur; obscurément; pas éclairé; sombre; ténébreux douteusement; douteux; ignoble; louche; lugubre; mauvais; méchant; obscur; obscurément; sinistre; vil; visqueux
droefgeestig chagrin; lugubre; morne; morose; mélancolique; noir; sombre; triste
duister noir; obscur; obscurément; pas éclairé; sombre; ténébreux de façon sinistre; douteuse; douteusement; douteux; funeste; ignoble; louche; lugubre; mauvais; mensonger; mensongère; méchant; obscur; obscurément; qui donne le frisson; sinistre; vil; visqueux
melancholisch chagrin; lugubre; morne; morose; mélancolique; noir; sombre; triste
onverlicht noir; obscur; obscurément; pas éclairé; sombre; ténébreux
zwart noir

Synoniemen voor "noir":


Wiktionary: noir

noir
adjective
  1. Couleur
noun
  1. couleur, bien qu’en théorie ce soit une absence de couleur : Toutes les longueur d’onde visibles sont absorbées dans le cas de la synthèse soustractive (les pigments utilisés, absorbant chacun une longueur d’onde, sont combinés de manière à toutes les absorber) ; ou aucune [[lumiè
Cross Translation:
FromToVia
• noir → zwart ↔ black — absorbing all light
• noir → negerin; neger ↔ black — relating to persons of African descent
• noir → zwart ↔ black — without milk
• noir → zwart ↔ black — colour/color
• noir → duisternis ↔ Dunkelheit — ein dunkel, lichtarmer Zustand oder Ort
• noir → zwart ↔ schwarz — Licht nahezu komplett absorbierend, bzw. kein Licht emittierend; Farbe, die im RGB-Farbraum Werte von Rot, Blau und Grün nahe Null hat

Verwante vertalingen van noir







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0608 seconde
Page rendered in 1.0 seconds