Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- minuscule:
-
Wiktionary:
- minuscule → kleine letter, minuskel
- minuscule → minuscuul
- minuscule → klein, kleine letters, schrift, minuscuul, onbeduidend, minuscule, nietig, onbeduidende, nietige, piepklein
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- minuscuul:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor minuscule (Frans) in het Nederlands
minuscule:
-
la minuscule
-
la minuscule (menue écriture)
-
minuscule (le plus petit; moins; moindre; le moins)
kleinste; minste; geringste; allerminste-
kleinste bijvoeglijk naamwoord
-
minste bijvoeglijk naamwoord
-
geringste bijvoeglijk naamwoord
-
allerminste bijvoeglijk naamwoord
-
-
minuscule (petit; tout petit; petitement; très petit)
petieterig-
petieterig bijvoeglijk naamwoord
-
-
minuscule (le plus petit)
Vertaal Matrix voor minuscule:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kleine letter | minuscule | |
kleinschrift | menue écriture; minuscule | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
minste | au minimum; banal; de peu d'importance; futile; insignifiant; minimal; minime; négligeable; peu important; quelques; sans importance | |
petieterig | minuscule; petit; petitement; tout petit; très petit | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
allerminste | le moins; le plus petit; minuscule; moindre; moins | |
geringste | le moins; le plus petit; minuscule; moindre; moins | |
kleinst | le plus petit; minuscule | |
kleinste | le moins; le plus petit; minuscule; moindre; moins | le plus petit; moindre |
minste | le moins; le plus petit; minuscule; moindre; moins |
Synoniemen voor "minuscule":
Wiktionary: minuscule
minuscule
Cross Translation:
noun
minuscule
-
Petite lettre (1)
- minuscule → kleine letter; minuskel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• minuscule | → klein | ↔ diminutive — very small |
• minuscule | → kleine letters; klein; schrift | ↔ lower case — lower case letters, collectively |
• minuscule | → minuscuul; onbeduidend; minuscule; nietig; onbeduidende; nietige | ↔ minute — very small |
• minuscule | → klein; nietig; minuscuul | ↔ small — not large |
• minuscule | → klein; minuscuul | ↔ tiny — very small |
• minuscule | → piepklein | ↔ klitzeklein — (umgangssprachlich) winzig, sehr sehr klein |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor minuscule (Nederlands) in het Frans
minuscule vorm van minuscuul:
-
minuscuul (zeer klein)
miniscule; sommaire; négligeable; peu important; succinctement; concis; succinct; futile; insignifiant; sans importance; de peu d'importance-
miniscule bijvoeglijk naamwoord
-
sommaire bijvoeglijk naamwoord
-
négligeable bijvoeglijk naamwoord
-
peu important bijvoeglijk naamwoord
-
succinctement bijvoeglijk naamwoord
-
concis bijvoeglijk naamwoord
-
succinct bijvoeglijk naamwoord
-
futile bijvoeglijk naamwoord
-
insignifiant bijvoeglijk naamwoord
-
sans importance bijvoeglijk naamwoord
-
de peu d'importance bijvoeglijk naamwoord
-