Frans

Uitgebreide vertaling voor mine (Frans) in het Nederlands

mine:

mine [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mine (minière; fosse; excavation; carrière)
    de mijn; mijngroeve; de groeve
    • mijn [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mijngroeve [znw.] zelfstandig naamwoord
    • groeve [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la mine (apparence; allure; forme; )
    de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; het type; de buitenkant; de vorm; het vertoon; het aanzien; het aangezicht; het gelaat
    • verschijning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uiterlijk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorkomen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedaante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • type [het ~] zelfstandig naamwoord
    • buitenkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vertoon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanzien [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aangezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gelaat [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la mine (extérieur; apparence; air; aspect)
    het exterieur; het aanzien

Vertaal Matrix voor mine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangezicht air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; face; façade; figure; front; physionomie; physique; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
aanzien air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air; allure; apparence; aspect; considération; excellence; grandeur; notoriété; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; supériorité; état
buitenkant air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; boîte; carton; côté extérieur; dehors; emballage; empaquetage; enveloppe; extérieur; face externe; physique
exterieur air; apparence; aspect; extérieur; mine
gedaante air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; ombre; physique; posture; silhouette; stature; taille
gelaat air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
groeve carrière; excavation; fosse; mine; minière cannelure; carrière; coulisse; entaille; fente; feuillure; fosse; fossé; puits de mine; rainure; ride; sillon; tranchée
mijn carrière; excavation; fosse; mine; minière exploitation minière
mijngroeve carrière; excavation; fosse; mine; minière
type air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type
uiterlijk air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; physique; silhouette; stature; taille
verschijning air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; apparition; aspect; comparution; connaissance; dehors; esprit; extérieur; fantôme; figure; forme; génie; hantise; intellect; intelligence; parution; physique; raison; revenant; silhouette; spectre; vision; âme
vertoon air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; démonstration; extérieur; manifestation; physique
voorkomen air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; camouflage; changement d'habits; couverture; dehors; devanture; déguisement; extérieur; façade; manteau; mascarade; masque; physique; pignon; travestissement
vorm air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air de quelqu'un; apparence; aspect; configuration; contour; dehors; extérieur; façon; forme; forme modèle; manière; marge; matrice; modèle; moulage; moule; physique; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzien jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
voorkomen advenir; parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à; se passer; se présenter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uiterlijk apparemment; au plus tard; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; en dernier lieu; externe; extérieur; extérieurement; tout au plus
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mijn ma; mes; mon
voorkomen empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire

Synoniemen voor "mine":


Wiktionary: mine

mine mine
noun
  1. onderaardse plaats waar delfstoffen gewonnen worden

Cross Translation:
FromToVia
mine stift lead — refill for writing tool
mine mijn mine — place from which ore is extracted
mine mijn mine — exploding device
mine air; gelaatsuitdrukking; mijne; gezicht; uiterlijk; uitzicht Miene — Gesichtszüge als situativer Wesens- bzw. Gemütsausdruck
mine gelaatsuitdrukking; air; gezicht; mijne; uiterlijk; uitzicht Miene — äußere Erscheinung, mit besonderer Betonung des Gesichts
mine mijn MineBergwerk, Stollen

mine vorm van miner:

miner werkwoord (mine, mines, minons, minez, )

  1. miner (évider; éroder; raviner; )
    uithollen
    • uithollen werkwoord (hol uit, holt uit, holde uit, holden uit, uitgeholt)
  2. miner (ébranler la position de qn; saper)
    ondermijnen; ondergraven; iem.'s positie ondermijnen

Conjugations for miner:

Présent
  1. mine
  2. mines
  3. mine
  4. minons
  5. minez
  6. minent
imparfait
  1. minais
  2. minais
  3. minait
  4. minions
  5. miniez
  6. minaient
passé simple
  1. minai
  2. minas
  3. mina
  4. minâmes
  5. minâtes
  6. minèrent
futur simple
  1. minerai
  2. mineras
  3. minera
  4. minerons
  5. minerez
  6. mineront
subjonctif présent
  1. que je mine
  2. que tu mines
  3. qu'il mine
  4. que nous minions
  5. que vous miniez
  6. qu'ils minent
conditionnel présent
  1. minerais
  2. minerais
  3. minerait
  4. minerions
  5. mineriez
  6. mineraient
passé composé
  1. ai miné
  2. as miné
  3. a miné
  4. avons miné
  5. avez miné
  6. ont miné
divers
  1. mine!
  2. minez!
  3. minons!
  4. miné
  5. minant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor miner:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iem.'s positie ondermijnen miner; saper; ébranler la position de qn
ondergraven miner; saper; ébranler la position de qn
ondermijnen miner; saper; ébranler la position de qn
uithollen creuser; excaver; miner; raviner; saper; éroder; évider

Synoniemen voor "miner":


Wiktionary: miner


Cross Translation:
FromToVia
miner ondermijnen; aantasten; ondergraven sap — undermine

Verwante vertalingen van mine



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mine (Nederlands) in het Frans

mine vorm van min:

min [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de min (zoogmoeder)
    la nourrice

min bijvoeglijk naamwoord

  1. min (niet al te best; matig; zwak; )
    médiocre
  2. min (slecht; gemeen; vals)
    mauvais; mal; méchant; malfaisant; ignoble; vil; perfide
  3. min (minus)
    moins; décompté de

Vertaal Matrix voor min:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mal bezwaar; chagrijn; ergernis; grief; het klagen; inspanning; klacht; last; leed; moeite; ongemak; ongerief; pijn; pijn doen; soesa; zeer; zeer doen; ziekte
moins minteken; minus
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
nourrice min; zoogmoeder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
décompté de min; minus
ignoble gemeen; min; slecht; vals banaal; bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; donker; dubieus; duister; eerloos; gefingeerd; gemeen; glibberig; gluiperig; grof; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; plat; platvloers; ploertig; schunnig; schurkachtig; triviaal; vals; verdacht; vuig; vunzig
mal gemeen; min; slecht; vals bedorven; erg; ernstig; gemeen; kwaadwillig; kwalijk; leed aandoend; menstruerend; met slechte intentie; onaanvaardbaar; onacceptabel; ongepast; ongesteld; onkies; onvertogen; rot; rottig; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; vergaan; verkeerd; verrot
malfaisant gemeen; min; slecht; vals
mauvais gemeen; min; slecht; vals arm; donker; dubieus; duister; erg; ernstig; gemeen; giftig; glibberig; inferieur; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; vals; van bedenkelijke aard; venijnig; verdacht; verkeerd; zwak
moins min; minus allerminste; geringste; kleinste; minder; minste
méchant gemeen; min; slecht; vals achterbaks; banaal; bar slecht; bedriegelijk; donker; doortrapt; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; glibberig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; venijnig; verdacht; vunzig
médiocre matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes arm; doorsnee; gemiddeld; inferieur; matig; medium; middelmatig; middelmatige; minderwaardig; modaal; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak
perfide gemeen; min; slecht; vals achterbaks; arglistig; bedriegelijk; doortrapt; duivelachtig; duivels; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; link; listig; met slechte intentie; nagemaakt; onecht; ontrouw; onwaar; op steelse wijze; overspelig; perfide; slecht; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; vals; venijnig
vil gemeen; min; slecht; vals achterbaks; banaal; bedriegelijk; donker; doortrapt; dubieus; duister; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; plat; platvloers; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; verdacht; vuig; vunzig

Verwante woorden van "min":


Antoniemen van "min":


Verwante definities voor "min":

  1. dat je het tweede getal af moet trekken van het eerste1
    • zeven min drie is vier1
  2. slecht of gemeen1
    • dat is een minne streek1
  3. wat negatief is, minder dan nul1
    • het was min tien graden buiten1
  4. weinig1
    • hij wilde zo min mogelijk huilen1
  5. weinig betekenend1
    • ben ik soms te min voor jou?1

Wiktionary: min

min
adverb
  1. minus, verminderd met (-)
min
Cross Translation:
FromToVia
min moins minus — mathematics: less
min négative; négatif minus — negative
min moins minus — on the negative part of a scale
min strictement négatif negative — mathematics: less than zero
min nourrice nurse — person who takes care of other people's young
min nourrice wet nurse — woman hired to suckle another woman's child