Garçon: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

garçon:
- ober; kelner; tafelbediende; bediende; knecht; maatje; jongmaat; leerknecht; pupil
Wiktionary:
- garçon → jongen, vrijgezel, kelner, knaap, knul
- garçon → knaap, jongen, boy, huisboy, kerel, jongens, mannen, boys, kerels, jongensachtig, jochie, joch

Frans

Uitgebreide vertaling voor garçon (Frans) in het Nederlands

le garçon (serveur)
de ober; de kelner; tafelbediende
- ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kelner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tafelbediende [znw.] zelfstandig naamwoord
le garçon (domestique; serviteur; valet)
de bediende; de knecht
- bediende [de ~] zelfstandig naamwoord
- knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le garçon
het maatje; jongmaat; leerknecht; de pupil
- maatje [het ~] zelfstandig naamwoord
- jongmaat [znw.] zelfstandig naamwoord
- leerknecht [znw.] zelfstandig naamwoord
- pupil [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bediende	domestique; garçon; serviteur; valet
jongmaat	garçon
kelner	garçon; serveur
knecht	domestique; garçon; serviteur; valet	aide; domestique; ouvrier agricole; valet; valet de chambre; valet de ferme
leerknecht	garçon
maatje	garçon	amant; amante; ami; ami intime; amie; amie de coeur; amie intime; amoureuse; amoureux; associé; bien-aimé; bien-aimée; bon ami; bonne amie; camarade; chère maman; compagne; compagnon; copain; copine; direct; hareng vierge; maîtresse; petit ami; petit copain; pote
ober	garçon; serveur
pupil	garçon	apprenti; apprentie; collégien; jeune élève; lycéen; pupille; écolier; écolière; élève
tafelbediende	garçon; serveur

garçon

noun

Jeune homme
- garçon → jongen
Célibataire
- garçon → vrijgezel
Serveur
- garçon → kelner
enfant ou adolescent mâle, par opposition à fille.
- garçon → jongen; knaap; knul

garçon

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• garçon	→ knaap; jongen	↔ boy — young male
• garçon	→ boy; huisboy	↔ boy — male servant
• garçon	→ knaap; kerel	↔ boy — adult male found attractive
• garçon	→ jongens; mannen; boys; kerels	↔ boy — male friend
• garçon	→ jongensachtig	↔ boyish — like a boy
• garçon	→ jongen	↔ lad — a boy
• garçon	→ knaap; jongen; jochie; joch	↔ Bursche — junger Mann; Junge
• garçon	→ jongen; knaap; jochie; joch	↔ Junge — männliches Kind
• garçon	→ knaap; joch; jongen; jochie	↔ Knabe — gehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts