Fourche: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

fourche:
- vork; riek; gaffel; hooivork; splitsing; aftakking; vertakking; wegsplitsing; driesprong; onderafdeling; tweesprong
Wiktionary:
- fourche → gaffel, riek, greep, hooivork
- fourche → vork, aftakking, splitsing, hooivork, gespleten haarpunt

Frans

Uitgebreide vertaling voor fourche (Frans) in het Nederlands

la fourche (fourche à fumier; trident)
de vork; de riek; de gaffel; de hooivork
- vork [de ~] zelfstandig naamwoord
- riek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gaffel [de ~] zelfstandig naamwoord
- hooivork [de ~] zelfstandig naamwoord
la fourche (bifurcation; embranchement; ramification; point d'intersection)
de splitsing; de aftakking; de vertakking
- splitsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aftakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vertakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la fourche (trifurcation; croisée; embranchement; bifurcation; carrefour; ramification; point d'intersection)
de splitsing; de wegsplitsing; de driesprong
- splitsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- wegsplitsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- driesprong [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la fourche (subdivision; fourchette; branchement; bifurcation; embranchement)
de vertakking; de onderafdeling
- vertakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderafdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la fourche (bifurcation; fourchette; branchement; embranchement)
de tweesprong; de wegsplitsing
- tweesprong [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wegsplitsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aftakking	bifurcation; embranchement; fourche; point d'intersection; ramification
driesprong	bifurcation; carrefour; croisée; embranchement; fourche; point d'intersection; ramification; trifurcation
gaffel	fourche; fourche à fumier; trident
hooivork	fourche; fourche à fumier; trident
onderafdeling	bifurcation; branchement; embranchement; fourche; fourchette; subdivision
riek	fourche; fourche à fumier; trident
splitsing	bifurcation; carrefour; croisée; embranchement; fourche; point d'intersection; ramification; trifurcation	carrefour; jonction; point d'intersection
tweesprong	bifurcation; branchement; embranchement; fourche; fourchette
vertakking	bifurcation; branchement; embranchement; fourche; fourchette; point d'intersection; ramification; subdivision	branche
vork	fourche; fourche à fumier; trident
wegsplitsing	bifurcation; branchement; carrefour; croisée; embranchement; fourche; fourchette; point d'intersection; ramification; trifurcation	carrefour; jonction; point d'intersection
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vertakking		créer une branche

fourche

noun

instrument qui consiste en un long manche de bois terminer par deux ou trois branches ou pointes de boire, de fer, qui vont en s’écarter.
- fourche → gaffel; riek; greep; hooivork

Cross Translation:

From	To	Via
• fourche	→ vork; aftakking	↔ crotch — area where something forks
• fourche	→ vork	↔ fork — pronged tool
• fourche	→ splitsing; vork	↔ fork — intersection
• fourche	→ vork; splitsing	↔ fork — point where a waterway splits
• fourche	→ hooivork	↔ pitchfork — farm tool with tines
• fourche	→ gespleten haarpunt	↔ split end — A hair which has split at the end