Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dehors:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor dehors:
    • naar buiten


Frans

Uitgebreide vertaling voor dehors (Frans) in het Nederlands

dehors:

dehors bijvoeglijk naamwoord

  1. dehors (hors de la maison; en dehors de; au grand air; )
    buiten; buitenshuis
  2. dehors
    er uit
    • er uit bijvoeglijk naamwoord
  3. dehors (dans la nature; en campagne; à la campagne; à l'extérieur)
    op het land; te velde; in de natuur

dehors [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le dehors (côté extérieur; extérieur; face externe)
    de buitenzijde; de buitenkant
  2. le dehors (air de quelqu'un; apparence; extérieur; physique; aspect)
    de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; iemand zijn uiterlijk; de vorm; het vertoon; de buitenkant; het aangezicht

Vertaal Matrix voor dehors:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangezicht air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; aspect; extérieur; face; façade; figure; forme; front; mine; physionomie; physique; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
buitenkant air de quelqu'un; apparence; aspect; côté extérieur; dehors; extérieur; face externe; physique air; allure; apparence; aspect; boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe; extérieur; figure; forme; mine; physique
buitenzijde côté extérieur; dehors; extérieur; face externe
gedaante air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; ombre; physique; posture; silhouette; stature; taille
iemand zijn uiterlijk air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique
uiterlijk air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique; silhouette; stature; taille
verschijning air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; apparition; aspect; comparution; connaissance; esprit; extérieur; fantôme; figure; forme; génie; hantise; intellect; intelligence; mine; parution; physique; raison; revenant; silhouette; spectre; vision; âme
vertoon air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; aspect; démonstration; extérieur; figure; forme; manifestation; mine; physique
voorkomen air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; aspect; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; extérieur; façade; figure; forme; manteau; mascarade; masque; mine; physique; pignon; travestissement
vorm air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique air; allure; apparence; aspect; configuration; contour; extérieur; façon; figure; forme; forme modèle; manière; marge; matrice; mine; modèle; moulage; moule; physique; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen advenir; parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à; se passer; se présenter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uiterlijk apparemment; au plus tard; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; en dernier lieu; externe; extérieur; extérieurement; tout au plus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenshuis au grand air; dehors; en dehors de; en plein air; hors de la maison; à l'extérieur de; à la campagne
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buiten au grand air; dehors; en dehors de; en plein air; hors de la maison; à l'extérieur de; à la campagne en dehors de; excepté; sans; sauf; à la campagne; à part
er uit dehors
in de natuur dans la nature; dehors; en campagne; à l'extérieur; à la campagne
op het land dans la nature; dehors; en campagne; à l'extérieur; à la campagne
te velde dans la nature; dehors; en campagne; à l'extérieur; à la campagne dans le champ; à la campagne

Synoniemen voor "dehors":


Wiktionary: dehors

dehors
  1. -
dehors
adverb
  1. 1. seppart:

Cross Translation:
FromToVia
dehors buiten outside — on or towards the outside

Verwante vertalingen van dehors