Frans

Uitgebreide vertaling voor consigne (Frans) in het Nederlands

consigne:

consigne [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le consigne (assignation; instruction; commande; ordre de service)
    de opdracht; het consigne; het mandaat; de lastgeving
  2. le consigne (mot de passe; devise; mot d'ordre)
    het wachtwoord; het consigne
  3. le consigne (mandat; ordre de service; instruction; assignation)
    het mandaat; het bevelschrift; de lastbrief

consigne [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la consigne (ordre; assignation; mission; )
    de opdracht; de order; de taak; het consigne; het dwangbevel; het bevelschrift
  2. la consigne (prescription; regle)
    de wet; het voorschrift; de regel; de regeling; het reglement; de orde
    • wet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • voorschrift [het ~] zelfstandig naamwoord
    • regel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • regeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • reglement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • orde [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la consigne
    het statiegeld
  4. la consigne
    de bagagedepot
  5. la consigne
    het kamerarrest
  6. la consigne (instruction; assignation; mission; )
    de aanwijzing; het voorschrift; de instructie
  7. la consigne (penderie; garde-robe; vestiaire)
    de hangkast
  8. la consigne (vestiaire; garde-robe)
    de vestiaire; de garderobe

Vertaal Matrix voor consigne:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwijzing assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation aide; appui; augure; avant-courrier; bout; coin; directive; indication; indice; indices; manifestation; point de contact; point de départ; point de repère; présage; règlement; secours; signe; signe avant-coureur; signe de tête; signe du doigt; signe précurseur; soutien; statut; statuts; suggestion; support; symptôme; trace; tuyau; éclaircissement
bagagedepot consigne
bevelschrift assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mandat; mission; ordre; ordre de service; sommation
consigne assignation; commande; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; mot d'ordre; mot de passe; ordre; ordre de service; sommation
dwangbevel assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation
garderobe consigne; garde-robe; vestiaire garde-robe; penderie; vestiaire
hangkast consigne; garde-robe; penderie; vestiaire
instructie assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation briefing; classe; cours; enseignement; instruction; instruction d'action; leçon
kamerarrest consigne
lastbrief assignation; consigne; instruction; mandat; ordre de service autorisation; carte blanche; mandat; plein pouvoir; procuration
lastgeving assignation; commande; consigne; instruction; ordre de service autorisation; carte blanche; mandat; plein pouvoir; procuration
mandaat assignation; commande; consigne; instruction; mandat; ordre de service autorisation; délégation; habilitation; mandat; mandat électif; ordonnance de paiement; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration
opdracht assignation; commande; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; ordre de service; sommation commande
orde consigne; prescription; regle amicale; association; cercle; classe; classe sociale; club; discipline; groupe social; guilde; guilde de métier; ordre; rang; règlement; règles; régularité; société; sorte; soumission; union des artisans
order assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation
regel consigne; prescription; regle filtre; ligne; règle
regeling consigne; prescription; regle accommodement; accord; arrangement; consentement; convention; règlement; règlement des dommages; réglementation
reglement consigne; prescription; regle consigne de service; règlement
statiegeld consigne
taak assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation action; boulot; cahier de vacances; contrat; demande de devis; emploi; fonction; incident; job; labeur; travail; tâche; à faire; élément à faire
vestiaire consigne; garde-robe; vestiaire
voorschrift assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; prescription; regle; sommation directive; ligne directrice; prescription
wachtwoord consigne; devise; mot d'ordre; mot de passe code d'accès; mot de passe
wet consigne; prescription; regle loi
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
order commande

Synoniemen voor "consigne":


consigner:

consigner werkwoord (consigne, consignes, consignons, consignez, )

  1. consigner (mettre par écrit; coucher par écrit; mettre à l'écrit)
    registreren; noteren; op schrift stellen; aantekenen; optekenen; boeken
    • registreren werkwoord (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)
    • noteren werkwoord (noteer, noteert, noteerde, noteerden, genoteerd)
    • op schrift stellen werkwoord
    • aantekenen werkwoord (teken aan, tekent aan, tekende aan, tekenden aan, aangetekend)
    • optekenen werkwoord (teken op, tekent op, tekende op, tekenden op, opgetekend)
    • boeken werkwoord (boek, boekt, boekte, boekten, geboekt)
  2. consigner (noter; enregister; register; )
    boeken; noteren; vastleggen; registreren; opschrijven; optekenen
    • boeken werkwoord (boek, boekt, boekte, boekten, geboekt)
    • noteren werkwoord (noteer, noteert, noteerde, noteerden, genoteerd)
    • vastleggen werkwoord (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
    • registreren werkwoord (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)
    • opschrijven werkwoord (schrijf op, schrijft op, schreef op, schreven op, opgeschreven)
    • optekenen werkwoord (teken op, tekent op, tekende op, tekenden op, opgetekend)
  3. consigner
    consigneren; in consignatie zenden
  4. consigner
    consigneren; ter bewaring geven
  5. consigner (noter)
    optekenen
    • optekenen werkwoord (teken op, tekent op, tekende op, tekenden op, opgetekend)

Conjugations for consigner:

Présent
  1. consigne
  2. consignes
  3. consigne
  4. consignons
  5. consignez
  6. consignent
imparfait
  1. consignais
  2. consignais
  3. consignait
  4. consignions
  5. consigniez
  6. consignaient
passé simple
  1. consignai
  2. consignas
  3. consigna
  4. consignâmes
  5. consignâtes
  6. consignèrent
futur simple
  1. consignerai
  2. consigneras
  3. consignera
  4. consignerons
  5. consignerez
  6. consigneront
subjonctif présent
  1. que je consigne
  2. que tu consignes
  3. qu'il consigne
  4. que nous consignions
  5. que vous consigniez
  6. qu'ils consignent
conditionnel présent
  1. consignerais
  2. consignerais
  3. consignerait
  4. consignerions
  5. consigneriez
  6. consigneraient
passé composé
  1. ai consigné
  2. as consigné
  3. a consigné
  4. avons consigné
  5. avez consigné
  6. ont consigné
divers
  1. consigne!
  2. consignez!
  3. consignons!
  4. consigné
  5. consignant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor consigner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boeken livres; romans
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantekenen consigner; coucher par écrit; mettre par écrit; mettre à l'écrit appeler; faire opposition; mentionner
boeken annoter; consigner; coucher par écrit; enregister; indexer; inscrire; mettre par écrit; mettre à l'écrit; noter; register imputation; validation
consigneren consigner
in consignatie zenden consigner
noteren annoter; consigner; coucher par écrit; enregister; indexer; inscrire; mettre par écrit; mettre à l'écrit; noter; register déclarer; inscrire; noter
op schrift stellen consigner; coucher par écrit; mettre par écrit; mettre à l'écrit
opschrijven annoter; consigner; enregister; indexer; inscrire; noter; register déclarer; inscrire; noter
optekenen annoter; consigner; coucher par écrit; enregister; indexer; inscrire; mettre par écrit; mettre à l'écrit; noter; register
registreren annoter; consigner; coucher par écrit; enregister; indexer; inscrire; mettre par écrit; mettre à l'écrit; noter; register enregistrer; s'inscrire
ter bewaring geven consigner
vastleggen annoter; consigner; enregister; indexer; inscrire; noter; register aborder; accoster; amarrer; attacher; contracter; déposer de l'argent; effectuer des réservations; enchaîner; ficeler; fixer; lier; mettre; mettre à l'attache; signer; signer un contrat avec

Synoniemen voor "consigner":


Wiktionary: consigner

consigner
verb
  1. 2.

consignée:


Synoniemen voor "consignée":

  • écrite; rédigée; transcrite; notée; inscrite; marquée; calligraphiée; griffonnée; exprimée; exposée; composée; libellée

Verwante vertalingen van consigne



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor consigne (Nederlands) in het Frans

consigne:

consigne [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het consigne (dwangbevel; opdracht; order; taak; bevelschrift)
    l'assignation; l'ordre; la consigne; la mission; l'instruction; le commandement; la devise; la sommation; la contrainte
  2. het consigne (wachtwoord)
    le mot de passe; la devise; le consigne; le mot d'ordre
  3. het consigne (opdracht; mandaat; lastgeving)
    le consigne; l'instruction; l'assignation; la commande; l'ordre de service

Vertaal Matrix voor consigne:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assignation bevelschrift; consigne; dwangbevel; lastgeving; mandaat; opdracht; order; taak aanwijzing; bevelschrift; daging; dagvaarding; instructie; lastbrief; mandaat; toekenning; toewijzing; verlening; voorschrift
commande consigne; lastgeving; mandaat; opdracht bestellen; bevel; commando; opdracht; order; stuur; stuurrad; stuurwiel
commandement bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bevel; commando; dienstorder; gebod; instructie; order; voorschrift
consigne bevelschrift; consigne; dwangbevel; lastgeving; mandaat; opdracht; order; taak; wachtwoord aanwijzing; bagagedepot; bevelschrift; garderobe; hangkast; instructie; kamerarrest; lastbrief; mandaat; orde; regel; regeling; reglement; statiegeld; vestiaire; voorschrift; wet
contrainte bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; bedwang; beperking; gereserveerdheid; geweld; instructie; terughoudendheid; voorschrift
devise bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak; wachtwoord devies; deviezen; grondstelling; hoofdstelling; kenspreuk; kreet; leus; leuze; lijfspreuk; motto; parool; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; spreuk; strijdkreet; wapenkreet; yell; zinspreuk
instruction bevelschrift; consigne; dwangbevel; lastgeving; mandaat; opdracht; order; taak aanwijzing; bekwaming; bevelschrift; briefing; dienstorder; dresseren; dressuur; educatie; geestelijke vorming; handleiding; instructie; kundig maken; lastbrief; lering; les; mandaat; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijswezen; ontplooiing; ontwikkeling; opleiding; richtlijn; scholing; schoolopleiding; training; uitleg; vooronderzoek; voorschrift; vooruitgang; vorming
mission bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanwijzing; afgifte; aflevering; arbeid; bevel; bezorging; commando; geleverde; instructie; job; karwei; leverantie; levering; missie; order; roeping; uitlevering; voorschrift; zending; zending met speciale opdracht
mot d'ordre consigne; wachtwoord herkenningswoord
mot de passe consigne; wachtwoord herkenningswoord; toegangscode; wachtwoord
ordre bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aaneenschakeling; aanwijzing; arrangement; betamelijkheid; bevel; commando; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; instructie; keurigheid; klasse; maatschappelijke klasse; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opeenvolging; opgeruimdheid; opstelling; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; regelmaat; samenstelling; schikking; slag; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; stand; structuur; systeem; vakgebied; volgorde; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
ordre de service consigne; lastgeving; mandaat; opdracht bevelschrift; dienstorder; lastbrief; mandaat; serviceorder
sommation bevelschrift; consigne; dwangbevel; opdracht; order; taak aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanwijzing; aanzegging; bevel; commando; deurwaardersexploot; herinnering; instructie; kennisgeving; maning; order; sommatie; vermaning; voorschrift; waarschuwing
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
instruction instructie

Verwante woorden van "consigne":

  • consignes