Frans
Uitgebreide vertaling voor choisi (Frans) in het Nederlands
choisi:
-
choisi (sélectionné; élu)
-
choisi (sélectionné; élu)
uitverkoren-
uitverkoren bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi (de choix)
-
choisi (exquis; magnifique; de choix; délicat; d'élite)
-
choisi (élu; sélectionné; de choix)
geselecteerd; waaraan voorkeur is gegeven; verkozen; uitgezocht-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
waaraan voorkeur is gegeven bijvoeglijk naamwoord
-
verkozen bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezocht bijvoeglijk naamwoord
-
-
choisi
geselecteerd; uitgekozen; uitgezocht-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
uitgekozen bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezocht bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor choisi:
Synoniemen voor "choisi":
choisir:
choisir werkwoord (choisis, choisit, choisissons, choisissez, choisissent, choisissais, choisissait, choisissions, choisissiez, choisissaient, choisîmes, choisîtes, choisirent, choisirai, choisiras, choisira, choisirons, choisirez, choisiront)
-
choisir (sélectionner; élire; préférer; opter pour; prendre)
kiezen; selecteren; uitzoeken; uitkiezen; uitpikken; selectie toepassen; schiften; ziften-
selectie toepassen werkwoord (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
-
choisir
-
choisir (opter pour; élire; sélectionner; préférer)
verkiezen; uitverkiezen; selectie toepassen-
selectie toepassen werkwoord (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
Conjugations for choisir:
Présent
- choisis
- choisis
- choisit
- choisissons
- choisissez
- choisissent
imparfait
- choisissais
- choisissais
- choisissait
- choisissions
- choisissiez
- choisissaient
passé simple
- choisis
- choisis
- choisit
- choisîmes
- choisîtes
- choisirent
futur simple
- choisirai
- choisiras
- choisira
- choisirons
- choisirez
- choisiront
subjonctif présent
- que je choisisse
- que tu choisisses
- qu'il choisisse
- que nous choisissions
- que vous choisissiez
- qu'ils choisissent
conditionnel présent
- choisirais
- choisirais
- choisirait
- choisirions
- choisiriez
- choisiraient
passé composé
- ai choisi
- as choisi
- a choisi
- avons choisi
- avez choisi
- ont choisi
divers
- choisis!
- choisissez!
- choisissons!
- choisi
- choisissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor choisir:
Synoniemen voor "choisir":
Wiktionary: choisir
choisir
Cross Translation:
verb
choisir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• choisir | → uitkiezen; kiezen | ↔ choose — to pick |
• choisir | → kiezen; zeggen | ↔ name — to mention, specify |
• choisir | → kiezen | ↔ pick — to decide between options |
• choisir | → uitkiezen | ↔ select — to choose one or more elements from a set |
• choisir | → uitkiezen | ↔ auswählen — (transitiv) sich für eine von mehreren Möglichkeiten entscheiden |
• choisir | → kiezen | ↔ erkiesen — (transitiv) veraltet: jemanden oder etwas auswählen |