Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- bonté:
-
Wiktionary:
- bonté → goedheid
- bonté → gulheid, genereusheid, vrijgevigheid, goedheid
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- bont:
-
Wiktionary:
- bonte → multicolore
- bont → bigarré, multicolore
- bont → fourrure
- bont → vivide, brillant, fourrure, multicolore, peau, bigarré
Frans
Uitgebreide vertaling voor bonté (Frans) in het Nederlands
bonté:
-
la bonté (générosité; bienveillance; indulgence; clémence; largesse)
-
la bonté (clémence; indulgence; bienveillance; largesse; tolérance; douceur; générosité; libéralisme)
-
la bonté (clémence; indulgence; bienveillance; douceur; générosité; tolérance; largesse; libéralisme)
-
la bonté (hospitalité; gentillesse; bienveillance; amabilité; cordialité; jovialité)
-
la bonté (gentillesse; tendresse; bénignité; amabilité; bienveillance; bonhomie)
-
la bonté (bonhomie; bienveillance)
de goedigheid -
la bonté (bonhomie; générosité; bienveillance; jovialité)
-
la bonté (affabilité; cordialité; complaisance; amitié; amabilité; bienveillance; obligeance)
Vertaal Matrix voor bonté:
Synoniemen voor "bonté":
Wiktionary: bonté
bonté
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bonté | → gulheid; genereusheid; vrijgevigheid | ↔ generosity — the trait of being willing to give your money and/or time |
• bonté | → goedheid | ↔ goodness — state or characteristic of being good |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bonté (Nederlands) in het Frans
bont:
-
bont (kleurrijk; kakelbont; veelkleurig)
riche de couleur; panaché; coloré; bariolé; multicolore; colorié; polychrome-
riche de couleur bijvoeglijk naamwoord
-
panaché bijvoeglijk naamwoord
-
coloré bijvoeglijk naamwoord
-
bariolé bijvoeglijk naamwoord
-
multicolore bijvoeglijk naamwoord
-
colorié bijvoeglijk naamwoord
-
polychrome bijvoeglijk naamwoord
-
-
bont (bontgekleurd; kleurig; fleurig)
multicolore-
multicolore bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bont:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fourrure | bont; pels; vacht | halsbontje; pels |
panaché | bier met limonade; sneeuwwitje | |
pelage | bont; pels; vacht | huid; vel |
poil | bont; pels; vacht | huid; stoppel; vel |
toison | bont; pels; vacht | haarbos; haardos |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bariolé | bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig | dwaas; gekleurd; idioot; kleurig; onbezonnen |
colorié | bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig | |
coloré | bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig | bloeiend; fleurig; gebloemd; gekleurd; hooggekleurd; kleurig; kleurrijk |
multicolore | bont; bontgekleurd; fleurig; kakelbont; kleurig; kleurrijk; veelkleurig | bloeiend; fleurig; gebloemd; gekleurd; hooggekleurd; kleurig; kleurrijk |
panaché | bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig | |
polychrome | bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig | |
riche de couleur | bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig |
Verwante woorden van "bont":
Wiktionary: bont
bont
Cross Translation:
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bont | → vivide; brillant | ↔ bright — vivid |
• bont | → fourrure | ↔ fur — hairy coat of a mammal, especially when fine, soft and thick |
• bont | → multicolore | ↔ multicolor — having many colours |
• bont | → peau | ↔ skin — skin of an animal used by humans |
• bont | → bigarré; multicolore | ↔ variegated — streaked or spotted with a variety of colours |
• bont | → fourrure | ↔ Pelz — behaartes Tierfell |