Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. arbitre:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor arbitre (Frans) in het Nederlands

arbitre:

arbitre [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'arbitre
    de scheidsrechter; de scheidsman; de kamprechter
  2. l'arbitre
    de scheidsrechter
  3. l'arbitre
    scheids
    • scheids [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. l'arbitre
    de wedstrijdleider

Vertaal Matrix voor arbitre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kamprechter arbitre
scheids arbitre
scheidsman arbitre
scheidsrechter arbitre
wedstrijdleider arbitre

Synoniemen voor "arbitre":


Wiktionary: arbitre

arbitre
noun
  1. Personne choisie pour terminer un différend.

Cross Translation:
FromToVia
arbitre scheidsrechter judge — sports official
arbitre scheidsrechter referee — sport: umpire, judge, the supervisor of a game
arbitre arbiter referee — person who settles a dispute

arbitré:


Synoniemen voor "arbitré":


Verwante vertalingen van arbitre