Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. annulation:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor annulation:
    • annulatie


Frans

Uitgebreide vertaling voor annulation (Frans) in het Nederlands

annulation:

annulation [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'annulation (invalidation; annihilation)
    annuleren; tenietdoening; de annulering; de nietigverklaring; ongeldig verklaren
  2. l'annulation (annuler)
    annuleren; afbestellen
  3. l'annulation (cassation)
    de cassatie; ongeldigheidsverklaring
  4. l'annulation
    de afgelasting
  5. l'annulation
    de afzegging
  6. l'annulation (action d'enlever un objet ou une personne d'un registre; radiation)
    de uitschrijving

Vertaal Matrix voor annulation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbestellen annulation; annuler
afgelasting annulation
afzegging annulation
annuleren annihilation; annulation; annuler; invalidation
annulering annihilation; annulation; invalidation
cassatie annulation; cassation
nietigverklaring annihilation; annulation; invalidation
ongeldig verklaren annihilation; annulation; invalidation
ongeldigheidsverklaring annulation; cassation
tenietdoening annihilation; annulation; invalidation
uitschrijving action d'enlever un objet ou une personne d'un registre; annulation; radiation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbestellen abandonner; annuler; décommander; retirer; résilier; révoquer; supprimer; suspendre
annuleren abandonner; annuler; décommander; retirer; résilier; révoquer; supprimer; suspendre

Synoniemen voor "annulation":


Wiktionary: annulation

annulation
noun
  1. action d’annuler.
annulation
noun
  1. een termijn mondelig afbestellen

Cross Translation:
FromToVia
annulation afgelasting; afzegging Absage — Mitteilung, dass etwas Geplantes nicht zustande kommt

Verwante vertalingen van annulation