Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- permis:
-
permettre:
- laten; toelaten; permitteren; toestaan; autoriseren; goedkeuren; fiatteren; goedvinden; duren; toestemmen; gunnen; inwilligen; vergunnen; dulden; goed vinden; veroorloven; gunst verlenen; verlenen; toekennen; gedogen; tolereren; vernemen; horen; te horen krijgen; toestemming verlenen; toestemmen in; mogelijk maken; in staat stellen
-
Wiktionary:
- permis → permissie, toestemming, vergunning, verlof
- permis → vergunning
- permettre → gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven, goedkeuren, toegeven
- permettre → toelaten, in staat stellen
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
-
permis:
Het woord permis is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van nederlands naar frans.
Frans
Uitgebreide vertaling voor permis (Frans) in het Nederlands
permis:
-
permis (autorisé; admis)
veroorloofd; toegestaan; toegelaten; gepermitteerd; geoorloofd-
veroorloofd bijvoeglijk naamwoord
-
toegestaan bijvoeglijk naamwoord
-
toegelaten bijvoeglijk naamwoord
-
gepermitteerd bijvoeglijk naamwoord
-
geoorloofd bijvoeglijk naamwoord
-
-
permis (accepté; autorisé; admis; convenu)
goedgekeurd; aanvaard; geaccepteerd; accoord; aangenomen-
goedgekeurd bijvoeglijk naamwoord
-
aanvaard bijvoeglijk naamwoord
-
geaccepteerd bijvoeglijk naamwoord
-
accoord bijvoeglijk naamwoord
-
aangenomen bijvoeglijk naamwoord
-
-
le permis (passeport)
-
le permis (billet d'entrée; ticket; billet; laissez-passez; carte; ticket d'entrée; carte d'entrée)
-
le permis (licence)
de vergunning -
le permis (licence de débit de boissons; autorisation; licence; permission; concession de boissons; débit; carte blanche; licence d'exploitation d'un débit de boissons)
-
le permis (laisser-passer; carte blanche; autorisation)
Vertaal Matrix voor permis:
Synoniemen voor "permis":
Wiktionary: permis
permis
Cross Translation:
noun
-
permission écrire.
- permis → permissie; toestemming; vergunning; verlof
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• permis | → vergunning | ↔ permit — an artifact or document rendering something allowed or legal |
permettre:
permettre werkwoord (permets, permet, permettons, permettez, permettent, permettais, permettait, permettions, permettiez, permettaient, permis, permit, permîmes, permîtes, permirent, permettrai, permettras, permettra, permettrons, permettrez, permettront)
-
permettre (autoriser; concéder; admettre; accepter; acquiescer; tolérer; accorder)
-
permettre (autoriser; approuver; ratifier; consentir; habiliter; rendre légitime)
-
permettre (laisser; consentir à; agréer; consentir; approuver; concéder; tolérer; admettre; déclarer bon)
-
permettre (accorder; consentir; autoriser; concéder)
-
permettre (consentir)
-
permettre (accorder; prêter; donner; accéder; consentir à; procurer; livrer; fournir; distribuer; satisfaire à)
-
permettre (autoriser; accorder; octroyer; consentir; consentir à)
-
permettre (tolérer; admettre; souffrir; supporter; consentir; autoriser)
-
permettre (accepter; agréer; accorder; accéder; donner suite à; consentir à; satisfaire à; acquiescer à)
-
permettre (autoriser; accorder; agréer; octroyer; reconnaître; attribuer; admettre; consentir; tolérer; adjuger; consentir à)
-
permettre (apprendre; entendre; écouter; être informé de; apercevoir; éprouver; octroyer; tolérer; satisfaire à; être à l'écoute; prêter l'oreille)
-
permettre (approuver; consentir; donner le feu vert à; autoriser; déclarer bon)
-
permettre (consentir; approuver; acquiescer; ratifier)
-
permettre
Conjugations for permettre:
Présent
- permets
- permets
- permet
- permettons
- permettez
- permettent
imparfait
- permettais
- permettais
- permettait
- permettions
- permettiez
- permettaient
passé simple
- permis
- permis
- permit
- permîmes
- permîtes
- permirent
futur simple
- permettrai
- permettras
- permettra
- permettrons
- permettrez
- permettront
subjonctif présent
- que je permette
- que tu permettes
- qu'il permette
- que nous permettions
- que vous permettiez
- qu'ils permettent
conditionnel présent
- permettrais
- permettrais
- permettrait
- permettrions
- permettriez
- permettraient
passé composé
- ai permis
- as permis
- a permis
- avons permis
- avez permis
- ont permis
divers
- permets!
- permettez!
- permettons!
- permis
- permettant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor permettre:
Synoniemen voor "permettre":
Wiktionary: permettre
permettre
Cross Translation:
verb
permettre
-
Donner liberté, pouvoir de faire, de dire. (Sens général).
- permettre → gedogen; toelaten; toestaan; vergunnen; veroorloven
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• permettre | → toelaten | ↔ condone — to allow |
• permettre | → in staat stellen | ↔ enable — to allow a way out or excuse for an action |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van permis
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor permis (Nederlands) in het Frans
permis: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- per: a partir de; de; à partir de
- mis: messe; office divin; faux; fausse; erroné; raté; à côté; malicieux; incorrect; polisson; fripon; inexact; incorrecte
Computer vertaling door derden: