Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. muscle:
  2. musclé:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor muscle (Frans) in het Nederlands

muscle:

muscle [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le muscle
    de spier; de spierbundel
    • spier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spierbundel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor muscle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spier muscle
spierbundel muscle faisceau musculaire

Synoniemen voor "muscle":


Wiktionary: muscle

muscle
noun
  1. anatomie|fr organe contractile assurant le mouvement, chez l’homme et chez les animaux.
muscle
noun
  1. een orgaan

Cross Translation:
FromToVia
muscle spier muscle — contractile tissue
muscle spier MuskelAnatomie: Organ, welches durch die Abfolge von Kontraktion und Erschlaffen innere und äußere Strukturen des Organismus bewegen kann

musclé:

musclé bijvoeglijk naamwoord

  1. musclé
    gespierd

Vertaal Matrix voor musclé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gespierd musclé

Synoniemen voor "musclé":


Wiktionary: musclé

musclé
adjective
  1. Qui a des muscles costauds
musclé
adjective
  1. met sterk ontwikkelde stevige spieren

Cross Translation:
FromToVia
musclé gespierd muscular — having strength

musclée:


Synoniemen voor "musclée":

  • musculeuse

Verwante vertalingen van muscle