Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. en passant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor en passant (Frans) in het Nederlands

en passant:

en passant bijvoeglijk naamwoord

  1. en passant (à côté; de côté; en aparté)
    terzijde; terloops
  2. en passant (décontracté; incidemment; sans contrainte; )
    losjes; terloops; in het voorbijgaan

Vertaal Matrix voor en passant:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
terloops de côté; décontracté; en aparté; en courant; en passant; entre la poire et le fromage; familier; incidemment; négligemment; sans contrainte; à côté bref; court; fugace; rapidement; superficiel; superficielle; superficiellement; transitoire; à la hâte; éphémère; évanescent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
losjes décontracté; en courant; en passant; entre la poire et le fromage; familier; incidemment; négligemment; sans contrainte ludique; léger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in het voorbijgaan décontracté; en courant; en passant; entre la poire et le fromage; familier; incidemment; négligemment; sans contrainte
terzijde de côté; en aparté; en passant; à côté

Wiktionary: en passant

en passant
preposition
  1. (figuré) En faisant avec quelque sorte de précipitation et sans y avoir donné le temps nécessaire.

Verwante vertalingen van en passant



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor en passant (Nederlands) in het Frans

en passant: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Verwante vertalingen van en passant