Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor rival (Frans) in het Nederlands

rival:

rival [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rival (concurrent)
    de rivaal; wedijveraar
  2. le rival (concurrent)
    de concurrent; de mededinger
  3. le rival (adversaire; opposant; antagoniste; parti opposé; partie adverse)
    de tegenstander; de tegenstrever
  4. le rival (adversaire)
    de opponent
    • opponent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le rival (opposant)
    de tegenkandidaat

Vertaal Matrix voor rival:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concurrent concurrent; rival concurrent
mededinger concurrent; rival
opponent adversaire; rival
rivaal concurrent; rival
tegenkandidaat opposant; rival
tegenstander adversaire; antagoniste; opposant; parti opposé; partie adverse; rival
tegenstrever adversaire; antagoniste; opposant; parti opposé; partie adverse; rival
wedijveraar concurrent; rival

Synoniemen voor "rival":


Wiktionary: rival


Cross Translation:
FromToVia
rival tegenstander; rivaal; concurent; vijand rival — competitor with the same objective