Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
net:
- netto; onbelast; netjes; zuiver; gereinigd; gekuist; zorgvuldig; keurig; proper; onmiskenbaar; herkenbaar; duidelijk; schoon; zindelijk; hygienisch; rein; kuis; aanschouwelijk; eenduidig; ondubbelzinnig; sec; helder; begrijpelijk; recht door zee; regelrecht; direct; scherp; vlijmend; hanig; snibbig; fel; vinnig; pinnig; zuivere; pure
- Wiktionary:
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
-
net:
- réseau; filet; chaîne; treillis; antenne
- récemment; juste; il y a un instant; tout à l'heure; à l'instant; tout juste; de justesse; exactement; justement; exact; précis; précisément; correct; correctement; consciencieusement; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux; propre
-
Wiktionary:
- net → beau, honnête
- net → justement, proprement, réseau, juste, simplement, venir de, net, ordonné, filet, convenable, exact, propre
- net → réseau
Frans
Uitgebreide vertaling voor net (Frans) in het Nederlands
net:
-
net (nette)
-
net
-
net (proprement; propre; clair; bien)
-
net (bien rangé; soigné; propre; nettoyé; rangé; ordonné; avec soin)
netjes; zorgvuldig; keurig; proper-
netjes bijwoord
-
zorgvuldig bijvoeglijk naamwoord
-
keurig bijvoeglijk naamwoord
-
proper bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (sans équivoque; reconnaissable; compréhensible; évident; identifiable; clair; clairement; perceptible; univoque; de façon univoque; manifestement)
onmiskenbaar; herkenbaar; duidelijk-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
herkenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (propre; décent; ordonné)
-
net (hygiénique; propre; pure; nettement; purement; proprement; hygiéniquement)
schoon; hygienisch; zuiver; rein; kuis-
schoon bijvoeglijk naamwoord
-
hygienisch bijvoeglijk naamwoord
-
zuiver bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
kuis bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (évident; manifestement; vivant; clairement; clair; concret; palpable; qui s'adresse à vue)
-
net (univoque; évident; sans équivoque; clairement; de façon univoque; manifestement; clair)
-
net (sèchement; sec)
-
net (compréhensible; clair; clairement; manifestement; évident)
helder; begrijpelijk; duidelijk-
helder bijvoeglijk naamwoord
-
begrijpelijk bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (direct; évident; perpendiculaire; perpendiculairement; vertical; verticalement)
duidelijk; recht door zee; regelrecht; direct-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
recht door zee bijvoeglijk naamwoord
-
regelrecht bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (vif; coupant; aigu; acerbe; pointu; passionné; tranchant; aigre; avec virulence; fervent; perçant; dur; fin; sévère; violent; rigoureux; rigide; rude; intense; perspicace; piquant; sévèrement; rigoureusement; strictement; cuisant; aigrement)
-
net (pur; authentique; nature; chaste)
Vertaal Matrix voor net:
Synoniemen voor "net":
Verwante vertalingen van net
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor net (Nederlands) in het Frans
net:
-
de net (netwerk)
-
de net (televisiekanaal)
-
net (daarnet; pas; juist; zojuist; zonet)
récemment; juste; il y a un instant; tout à l'heure; à l'instant-
récemment bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
il y a un instant bijvoeglijk naamwoord
-
tout à l'heure bijvoeglijk naamwoord
-
à l'instant bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (nog maar pas)
tout juste; récemment; de justesse-
tout juste bijvoeglijk naamwoord
-
récemment bijvoeglijk naamwoord
-
de justesse bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (krek; precies; juist)
juste; exactement; justement; exact; précis; précisément; correct; correctement-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
justement bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
précisément bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
correctement bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; stipt)
précis; consciencieusement; exact; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
vigilant bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
scrupuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigneux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
scrupuleux bijvoeglijk naamwoord
-
-
net (rein; schoon; kuis)
Vertaal Matrix voor net:
Verwante woorden van "net":
Synoniemen voor "net":
Antoniemen van "net":
Verwante definities voor "net":
Wiktionary: net
net
Cross Translation:
adjective
-
D’aspect agréable à l’œil ou à l’oreille.
-
Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur.
- honnête → loyaal; trouw; getrouw; trouwhartig; degelijk; eerlijk; eerzaam; fatsoenlijk; net
-
-
- justement; proprement → juist; net; pas; straks; zojuist; zo-even; daarnet; daarstraks; zonet; zuiver; exact; precies; scherp; vlak; terecht; redelijkerwijze; op geschikte wijze; eerlijk; pal; louter; puur; eigenlijk; gevoeglijk; op de juiste wijze; behoorlijk; fatsoenlijk; naar behoren; netjes; passend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• net | → réseau | ↔ grid — electricity delivery system |
• net | → juste; simplement | ↔ just — only, simply, merely |
• net | → venir de | ↔ just — recently |
• net | → net; ordonné | ↔ neat — tidy, free from dirt |
• net | → filet | ↔ net — device for catching fish, butterflies etc. |
• net | → réseau | ↔ net — interconnecting system |
• net | → convenable; exact; juste; propre | ↔ proper — following the established standards of behavior or manners |