Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: mais

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: mais

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

mais:
- echter; maar; niettemin; doch; nochtans
- doch
maïs:
- maïs
Wiktionary:
- mais → maar
- mais → maar, echter
- maïs → maïs, mais
- maïs → Turkse tarwe, maïs, Spaanse tarwe

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

maïs:
- maïs
Wiktionary:
- mais → maïs
- maïs → maïs
- maïs → maïs

Frans

Uitgebreide vertaling voor mais (Frans) in het Nederlands

mais:

mais bijvoeglijk naamwoord

mais (pourtant; néanmoins; cependant; toutefois; tout de même; et pourtant)
echter; maar; niettemin; doch; nochtans
- echter bijvoeglijk naamwoord
- maar bijvoeglijk naamwoord
- niettemin bijvoeglijk naamwoord
- doch bijvoeglijk naamwoord
- nochtans bijvoeglijk naamwoord
mais (pourtant; néanmoins; cependant)
echter; maar
- echter bijvoeglijk naamwoord
- maar bijvoeglijk naamwoord

mais

mais (cependant; pourtant)
doch
- doch

Vertaal Matrix voor mais:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doch	cependant; mais; pourtant
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doch	cependant; et pourtant; mais; néanmoins; pourtant; tout de même; toutefois
echter	cependant; et pourtant; mais; néanmoins; pourtant; tout de même; toutefois
maar	cependant; et pourtant; mais; néanmoins; pourtant; tout de même; toutefois
niettemin	cependant; et pourtant; mais; néanmoins; pourtant; tout de même; toutefois	cependant; néanmoins; tout de même; toutefois
nochtans	cependant; et pourtant; mais; néanmoins; pourtant; tout de même; toutefois	cependant; néanmoins; tout de même; toutefois

Synoniemen voor "mais":

néanmoins; cependant; toutefois; pourtant; seulement; uniquement; exclusivement; simplement; malheureusement; purement

Wiktionary: mais

mais

conjunction

tegenwerping, introduceert een zin(sdeel) dat het voorgaande zin(sdeel) tegenspreekt of er mee contrasteert
- maar → mais; cependant

Cross Translation:

From	To	Via
• mais	→ maar; echter	↔ but — rather
• mais	→ maar	↔ but — although
• mais	→ maar	↔ aber — einen Gegensatz ausdrückend: jedoch, dagegen

maïs:

maïs [le ~] zelfstandig naamwoord

le maïs
de maïs
- maïs [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maïs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maïs	maïs

Wiktionary: maïs

maïs

noun

(botanique) agri|fr plante de la famille des Poacées (ou Graminées), originaire d’Amérique, à tige droite et aux feuilles lancéolées, et que l’on cultiver comme plante fourragère ou pour ses graines.
- maïs → maïs; mais

Cross Translation:

From	To	Via
• maïs	→ Turkse tarwe; maïs; Spaanse tarwe	↔ maize — corn; a type of grain of the species Zea mays

Verwante vertalingen van mais

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mais (Nederlands) in het Frans

maïs:

maïs [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de maïs
le maïs
- maïs [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maïs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maïs	maïs

Wiktionary: maïs

maïs

noun

(botanique) agri|fr plante de la famille des Poacées (ou Graminées), originaire d’Amérique, à tige droite et aux feuilles lancéolées, et que l’on cultiver comme plante fourragère ou pour ses graines.
- maïs → maïs; mais

Cross Translation:

From	To	Via
• maïs	→ maïs	↔ maize — corn; a type of grain of the species Zea mays

Wiktionary: mais

mais

noun

(botanique) agri|fr plante de la famille des Poacées (ou Graminées), originaire d’Amérique, à tige droite et aux feuilles lancéolées, et que l’on cultiver comme plante fourragère ou pour ses graines.
- maïs → maïs; mais