Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: employeur

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: employeur

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

employeur:
- werkgever
Wiktionary:
- employeur → werkgever
- employeur → werkgever

Frans

Uitgebreide vertaling voor employeur (Frans) in het Nederlands

employeur:

employeur [le ~] zelfstandig naamwoord

l'employeur (patron)
de werkgever
- werkgever [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor employeur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
werkgever	employeur; patron

Synoniemen voor "employeur":

embaucheur; patron; maître; directeur; propriétaire; chef

Wiktionary: employeur

employeur

noun

personne, entreprise ou autre organisme qui employer des salariés.
- employeur → werkgever

employeur

noun

persoon die of bedrijf dat werk verschaft aan anderen
- werkgever → employeur

Cross Translation:

From	To	Via
• employeur	→ werkgever	↔ employer — person or entity which employs others
• employeur	→ werkgever	↔ Arbeitgeber — Person oder Firma, die Leute als Arbeiter oder Angestellte einstellen, beschäftigt und ihnen dafür Geld bezahlt

Verwante vertalingen van employeur

relations entre l'employeur et les employés

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor employeur (Nederlands) in het Frans

employeur: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

employé: employé; salarié
EUR: EUR