Frans
Uitgebreide vertaling voor dégoût (Frans) in het Nederlands
de goût:
-
de goût (distingué; chic; élégant; esthétique; gracieux; soigné; avec élégance; avec classe; du meilleur goût; gracieusement; esthétiquement; de bon goût; avec grâce; d'un bon style)
esthetisch; stijlvol; elegant; verfijnd; chic; modieuze verfijning; smaakvol-
esthetisch bijvoeglijk naamwoord
-
stijlvol bijvoeglijk naamwoord
-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
verfijnd bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
modieuze verfijning bijvoeglijk naamwoord
-
smaakvol bijvoeglijk naamwoord
-
-
de goût (de bon goût; raffiné; gracieux; chic; élégant; avec élégance; avec classe; avec grâce; d'un bon style)
esthetisch; elegant; geraffineerd; chic; smaakvol; stijlvol; verfijnd-
esthetisch bijvoeglijk naamwoord
-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
geraffineerd bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
smaakvol bijvoeglijk naamwoord
-
stijlvol bijvoeglijk naamwoord
-
verfijnd bijvoeglijk naamwoord
-
-
de goût (avec goût; chic; de bon ton; élégant)
Vertaal Matrix voor de goût:
dégoût:
Vertaal Matrix voor dégoût:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afgrijzen | aversion; dégoût; répulsion | |
gruwel | abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante | atrocité; dessert de gruau |
gruwen | aversion; dégoût; répulsion | |
iets wat afschuw opwekt | abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante | |
verschrikking | abomination; atrocité; dégoût; horreur; épouvante | supplice; tenaillement |
walging | aversion; dégoût; répulsion | |
weerzin | aversion; dégoût; répulsion | antipathie; aversion; répugnance; répulsion |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gruwen | frissonner; frémir; frémir d'horreur; être horrifié par |
Synoniemen voor "dégoût":
Wiktionary: dégoût
dégoût
dégoût
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dégoût | → afschuw | ↔ disgust — an intense dislike or repugnance |
• dégoût | → hekel | ↔ Ekel — ohne Plural: starker körperlicher Abscheu |
• dégoût | → hekel; walging; walg; griezel | ↔ Abscheu — regional, landschaftlich unterschiedliches Genus: eine starke Abneigung gegen jemanden oder etwas |
Computer vertaling door derden: