Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. connecté:
  2. connecter:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor connecté (Frans) in het Nederlands

connecté:

connecté bijvoeglijk naamwoord

  1. connecté (lié)
    aangesloten

Vertaal Matrix voor connecté:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangesloten connecté; lié

connecter:

connecter werkwoord (connecte, connectes, connectons, connectez, )

  1. connecter (unir; relier; associer; )
    verbinden; koppelen; paren
    • verbinden werkwoord (verbind, verbindt, verbond, verbonden, verbonden)
    • koppelen werkwoord (koppel, koppelt, koppelde, koppelden, gekoppeld)
    • paren werkwoord (paar, paart, paarde, paarden, gepaard)
  2. connecter (accrocher; embrayer; fixer; )
    aankoppelen; aanhaken; vastkoppelen; vasthaken
    • aankoppelen werkwoord (koppel aan, koppelt aan, koppelde aan, koppelden aan, aangekoppeld)
    • aanhaken werkwoord (haak aan, haakt aan, haakte aan, haakten aan, aangehaakt)
    • vastkoppelen werkwoord (koppel vast, koppelt vast, koppelde vast, koppelden vast, vastgekoppeld)
    • vasthaken werkwoord (haak vast, haakt vast, haakte vast, haakten vast, vastgehaakt)
  3. connecter (brancher)
    aansluiten
    • aansluiten werkwoord (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
  4. connecter

Conjugations for connecter:

Présent
  1. connecte
  2. connectes
  3. connecte
  4. connectons
  5. connectez
  6. connectent
imparfait
  1. connectais
  2. connectais
  3. connectait
  4. connections
  5. connectiez
  6. connectaient
passé simple
  1. connectai
  2. connectas
  3. connecta
  4. connectâmes
  5. connectâtes
  6. connectèrent
futur simple
  1. connecterai
  2. connecteras
  3. connectera
  4. connecterons
  5. connecterez
  6. connecteront
subjonctif présent
  1. que je connecte
  2. que tu connectes
  3. qu'il connecte
  4. que nous connections
  5. que vous connectiez
  6. qu'ils connectent
conditionnel présent
  1. connecterais
  2. connecterais
  3. connecterait
  4. connecterions
  5. connecteriez
  6. connecteraient
passé composé
  1. ai connecté
  2. as connecté
  3. a connecté
  4. avons connecté
  5. avez connecté
  6. ont connecté
divers
  1. connecte!
  2. connectez!
  3. connectons!
  4. connecté
  5. connectant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor connecter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhaken accrochage; crochet
koppelen accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement
vasthaken accrochage; agrafage
verbinden jonction; union
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhaken accrocher; adhérer; agrafer; attacher; connecter; embrayer; fixer
aankoppelen accrocher; adhérer; agrafer; attacher; connecter; embrayer; fixer accrocher; adhérer; coller à; s'attacher à
aansluiten brancher; connecter adjoindre; ajouter; brancher sur; correspondre; raccorder à; relier à; se joindre à; serrer les rangs
koppelen adjoindre; assembler; associer; connecter; enchaîner; joindre; relier; unir accoupler; accueillir; associer; attacher; attacher ensemble; enchaîner; joindre; jumeler; liaison; lier; monter; raccorder; réunir en accouplant
paren adjoindre; assembler; associer; connecter; enchaîner; joindre; relier; unir faire l'amour
vasthaken accrocher; adhérer; agrafer; attacher; connecter; embrayer; fixer
vastkoppelen accrocher; adhérer; agrafer; attacher; connecter; embrayer; fixer accrocher; adhérer; coller à; s'attacher à
verbinden adjoindre; assembler; associer; connecter; enchaîner; joindre; relier; unir accoupler; attacher; attacher ensemble; boutonner; enchaîner; ficeler; fixer; joindre; lier; lier ensemble; mettre; mettre à l'attache; nouer; rattacher à; relier; réunir en accouplant; se connecter
verbinding maken connecter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppelen jumelage; liaison

Synoniemen voor "connecter":


Wiktionary: connecter

connecter
verb
  1. joindre, rattacher ensemble deux liens.
connecter
verb
  1. verbinden
  2. twee of meer onderdelen aan elkaar vastmaken
  3. met iets of iemand contact maken via de telefoonlijn

Cross Translation:
FromToVia
connecter verbinden connect — to join two or more pieces
connecter aanmelden; inloggen log in — gain access to a computer system

Computer vertaling door derden: