Frans

Uitgebreide vertaling voor tapis (Frans) in het Nederlands

tapis:

tapis [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tapis (carpette)
    het tapijt; het karpet; het vloerkleed
    • tapijt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • karpet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vloerkleed [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le tapis (moquette; carpette; tapisserie)
    het tapijt; de vloerbedekking; het tapijtje
  3. le tapis (descente de lit; paillasson)
    de vloermat; de mat
    • vloermat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le tapis
    de kleed
    • kleed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le tapis
    de onderzetters; de onderleggers; de placemats; de tafelmatjes
  6. le tapis
    de tapijten
  7. le tapis (gazon; pelouse; herbe; paillasson)
    de gras; de grasmat; de mat
    • gras [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grasmat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tapis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gras gazon; herbe; paillasson; pelouse; tapis
grasmat gazon; herbe; paillasson; pelouse; tapis tapis de gazon; tapis de verdure
karpet carpette; tapis
kleed tapis
mat descente de lit; gazon; herbe; paillasson; pelouse; tapis dessous de plat; dessous de table
onderleggers tapis
onderzetters tapis
placemats tapis
tafelmatjes tapis
tapijt carpette; moquette; tapis; tapisserie
tapijten tapis
tapijtje carpette; moquette; tapis; tapisserie
vloerbedekking carpette; moquette; tapis; tapisserie
vloerkleed carpette; tapis
vloermat descente de lit; paillasson; tapis
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat abruti; apathique; blême; bébête; faible; hébété; inanimé; indolemment; indolent; languissant; lent; lentement; mat; misérable; mort; mou; opaque; poudré; sans envie; sans force; sans inspiration; sans souffle; sans âme; sans éclat; terne; vague; voilé; éteint; étourdi

Synoniemen voor "tapis":


Wiktionary: tapis

tapis
noun
  1. Pièce de tissu pour recouvrir
  2. pièce d’étoffe, tissu de laine, de soie, etc., dont on couvrir une table, une estrade, le parquet d’une chambre, etc.
tapis
noun
  1. vloerkleed

Cross Translation:
FromToVia
tapis tapijt; vloerkleed carpet — A fabric used as a floor covering
tapis mat; deurmat mat — foot wiping device or floor covering
tapis tapijt rug — small carpet
tapis vloerkleed; tapijt Teppich — Fußbodenbelag aus Stoff

Verwante vertalingen van tapis