Frans

Uitgebreide vertaling voor précaution (Frans) in het Nederlands

précaution:

précaution [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la précaution
    de voorzorg
  2. la précaution (circonspection; prudence; vigilance; pondération)
    de behoedzaamheid; de bedachtzaamheid; de bezonnenheid
  3. la précaution (circonspection; prudence; vigilance)
    de voorzichtigheid
  4. la précaution (vigilance)
    de waakzaamheid

Vertaal Matrix voor précaution:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedachtzaamheid circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance
behoedzaamheid circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance
bezonnenheid circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance
voorzichtigheid circonspection; prudence; précaution; vigilance
voorzorg précaution
waakzaamheid précaution; vigilance

Synoniemen voor "précaution":


Wiktionary: précaution

précaution
noun
  1. Ce qu’on fait par prévoyance, pour ne pas tomber en quelque inconvénient, pour éviter quelque mal.

Verwante vertalingen van précaution