Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: extrait

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: extrait

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

extrait:
- aftreksel; afkooksel
extraire:
- ontlenen; lenen; extraheren; pull; uitpakken; uitchecken; in detail analyseren
Wiktionary:
- extrait → excerpt, uittreksel, extract
- extrait → fragment, passage, monster
- extraire → winnen
Gebruikers suggesties voor extrait:
- uitreksel

Frans

Uitgebreide vertaling voor extrait (Frans) in het Nederlands

extrait:

extrait [le ~] zelfstandig naamwoord

l'extrait (décoction; décocté; infusion)
het aftreksel; het afkooksel
- aftreksel [het ~] zelfstandig naamwoord
- afkooksel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor extrait:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afkooksel	décoction; décocté; extrait; infusion
aftreksel	décoction; décocté; extrait; infusion

Synoniemen voor "extrait":

arraché; déraciné; déterré; enlevé; détaché; sorti; tiré; baume; essence; gemme; huile; onguent; citation; résumé; concis; court; sommaire; lapidaire; restreint; précis

Wiktionary: extrait

extrait

noun

een beknopte beschrijving van een inhoud
- excerpt; uittreksel → extrait
ingedikt aftreksel
- extract → extrait

Cross Translation:

From	To	Via
• extrait	→ fragment, passage	↔ excerpt — a clip, snippet, passage or extract from a larger work
• extrait	→ monster	↔ sample — part taken for inspection

extrait vorm van extraire:

extraire werkwoord (extrais, extrait, extrayons, extrayez, extraient, extrayais, extrayait, extrayions, extrayiez, extrayaient, extrairai, extrairas, extraira, extrairons, extrairez, extrairont)

extraire (tirer de)
ontlenen; lenen
- ontlenen werkwoord (ontleen, ontleent, ontleende, ontleenden, ontleend)
- lenen werkwoord (leen, leent, leende, leenden, geleend)
extraire (faire l'extraction de)
extraheren
- extraheren werkwoord
extraire
pull
- pull werkwoord
extraire
uitpakken
- uitpakken
extraire
uitchecken
- uitchecken werkwoord
extraire
in detail analyseren
- in detail analyseren werkwoord

Conjugations for extraire:

Présent

extrais
extrais
extrait
extrayons
extrayez
extraient

imparfait

extrayais
extrayais
extrayait
extrayions
extrayiez
extrayaient

futur simple

extrairai
extrairas
extraira
extrairons
extrairez
extrairont

subjonctif présent

que j'extraie
que tu extraies
qu'il extraie
que nous extrayions
que vous extrayiez
qu'ils extraient

conditionnel présent

extrairais
extrairais
extrairait
extrairions
extrairiez
extrairaient

passé composé

ai extrait
as extrait
a extrait
avons extrait
avez extrait
ont extrait

divers

extrais!
extrayez!
extrayons!
extrait
extrayant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor extraire:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pull		pull
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
extraheren	extraire; faire l'extraction de
in detail analyseren	extraire
lenen	extraire; tirer de	accorder un crédit; prêter à
ontlenen	extraire; tirer de
pull	extraire	effectuer une transmission de type pull
uitchecken	extraire
uitpakken		aboutir à; décompresser; mener à
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitpakken	extraire

Synoniemen voor "extraire":

arracher; ôter; déraciner; déplanter; déterrer; enlever; détacher; sortir; tirer; exfiltrer; rapatrier; récupérer; ponctionner; prélever; saisir; imposer; lever; retrancher; retenir; rogner; amputer; couper; soustraire; prendre; exiger; remorquer; tirailler; reproduire

Wiktionary: extraire

Cross Translation:

From	To	Via
• extraire	→ winnen	↔ gewinnen — (transitiv) zumeist mineralische Rohstoffanreicherungen aus dem Erdinnere heraufholen, um diese (industriell) weiterverarbeiten; eine natürliche Rohstofflagerstätte (industriell) ausbeuten

Verwante vertalingen van extrait