Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cale:
  2. écale:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cale (Frans) in het Nederlands

cale:

cale [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cale (taquet; tenon; coin)
    de wig; keil; de keg
    • wig [de ~] zelfstandig naamwoord
    • keil [znw.] zelfstandig naamwoord
    • keg [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cale
    het scheepsruim
  3. la cale
    katrolblok
  4. la cale
    kielgang

Vertaal Matrix voor cale:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
katrolblok cale
keg cale; coin; taquet; tenon
keil cale; coin; taquet; tenon
kielgang cale
scheepsruim cale
wig cale; coin; taquet; tenon

Synoniemen voor "cale":


Wiktionary: cale

cale
noun
  1. Partie basse d'un bateau
  2. Pièce pour stabiliser
cale
noun
  1. een ruimte voor het opslaan van goederen in een schip

Cross Translation:
FromToVia
cale ruim; scheepsruim cargo hold — ship's hold
cale scheepsruim; ruim hold — cargo area
cale wig; spie wedge — simple machine
cale sheepsruim Laderaum — Teil des Schiffes, in dem die Fracht untergebracht wird

écale:

écale [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'écale (brou)
    de bolster; de schaal; de schil; de dop
    • bolster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schaal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schil [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'écale (écorce)
    de schors; de bast
    • schors [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écale:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bast écale; écorce écorce
bolster brou; écale
dop brou; écale bouchon de fermeture; bouchon de verre; cloche
schaal brou; écale bogue; carapace; coque; coquille; couche; enveloppe; peau; petit plat; petit plateau; plat résistant à la chaleur du four; soucoupe; écorce
schil brou; écale cosse; gousse; peau; pelure; écorce
schors écale; écorce écorce

Synoniemen voor "écale":


Verwante vertalingen van cale