Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: zèle

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: zèle

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zèle:
  2. zélé:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor zèle (Frans) in het Nederlands

zèle:

zèle [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le zèle (passion; fougue; ardeur; )
    de passie; de hartstocht; de drift; het vuur
    • passie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hartstocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le zèle (diligence; assiduité; industrie; )
    de nijverheid; ijverigheid; de werklust; de werkzaamheid; de ijver; de vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid
  3. le zèle (instances; poussée; ardeur; )
    de aandrang; de drang
    • aandrang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le zèle (obsession; passion; fougue; verve)
    de obsessie; de bezetenheid
  5. le zèle (capacité de travail; vitalité; énergie; productivité)
    de arbeidskracht; werkvermogen; de werkzaamheid; het arbeidsvermogen; de werkkracht
  6. le zèle (ambition; aspiration; recherche; )
    de ambitie; de eerzucht
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • eerzucht [de ~] zelfstandig naamwoord

zèle bijvoeglijk naamwoord

  1. zèle (dévoué)
    toegewijd

Vertaal Matrix voor zèle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrang application; ardeur; aspiration; efforts; instances; poussée; recherche; zèle impulsion; urgence
ambitie ambition; application; ardeur; aspiration; dévouement; efforts; poussée; recherche; zèle ambition; aspiration; but; ce que l'on vise; intention
arbeidskracht capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie assistant; clerc; employé; main-d'oeuvre; membre du personnel; ouvrier; salarié; travailleur
arbeidsvermogen capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie
bezetenheid fougue; obsession; passion; verve; zèle
drang application; ardeur; aspiration; efforts; instances; poussée; recherche; zèle impulsion; urgence
drift ardeur; embrasement; ferveur; fougue; passion; verve; zèle; élan ardeur; courant; courant maritime; désir; désir charnel; entraînement; envie; flux; impulsion; instinct; meute; mouvement; passion; plaisir; pulsion; pulsion sexuelle; tendance; troupe; troupeau; urgence; volupté
eerzucht ambition; application; ardeur; aspiration; dévouement; efforts; poussée; recherche; zèle
hartstocht ardeur; embrasement; ferveur; fougue; passion; verve; zèle; élan ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle
ijver application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan ambition; application; ardeur; assiduité; attachement; caractère passionné; consécration; dévouement; fougue; passion; sollicitude
ijverigheid application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
naarstigheid application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
nijverheid application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
noestigheid application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
obsessie fougue; obsession; passion; verve; zèle fixation; idée fixe; obsession
passie ardeur; embrasement; ferveur; fougue; passion; verve; zèle; élan ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle
vlijt application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
vlijtigheid application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
vuur ardeur; embrasement; ferveur; fougue; passion; verve; zèle; élan ardeur; ferveur; feu; feu de bois; fougue; incendie; passion; pulsion sexuelle
werkkracht capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie assistant; clerc; employé; main-d'oeuvre; membre du personnel; ouvrier; salarié; travailleur
werklust application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan ardeur; caractère; dynamisme; force; poussée; propulsion; ressort; vitalité; âme; énergie
werkvermogen capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie
werkzaamheid application; ardeur; assiduité; capacité de travail; diligence; ferveur; industrie; productivité; vitalité; zèle; élan; énergie activité; affairement; boulot; emploi; fonction; job; labeur; travail
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toegewijd dévoué; zèle

Synoniemen voor "zèle":


Wiktionary: zèle

zèle
noun
  1. vif ardeur pour appliquer les consignes et les règlements à la lettre, ou plus généralement pour le maintien ou le succès de quelque chose pousser à l’extrême le travail sans prendre la moindre initiative pour l’alléger en l’[[interpr
Cross Translation:
FromToVia
• zèle → ijver ↔ Eifer — ernsthaftes Bemühen, Verfolgen eines Ziels
• zèle → ijver; geestdrift ↔ zeal — fervor or devotion

zélé:

zélé bijvoeglijk naamwoord

  1. zélé (bûcheur; assidu; infatigable; )
    onvermoeibaar; bedreven; noest

Vertaal Matrix voor zélé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedreven assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé adroit; adroitement; apte; capable; compétent; entraîné; exercé; habile; habilement
noest assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé actif; laborieux; travailleur
onvermoeibaar assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé constamment; continuel; continuellement; imperturbable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser

Synoniemen voor "zélé":


Wiktionary: zélé

Cross Translation:
FromToVia
• zélé → ijverig; vlijtig ↔ zealous — full of zeal; ardent

Verwante vertalingen van zèle







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0489 seconde
Page rendered in 1.0 seconds