Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pied:
  2. à pied:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pied (Frans) in het Nederlands

pied:

pied [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pied (base; châssis; support)
    de chassis; het onderstel
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • onderstel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le pied (statif)
    het statief
    • statief [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le pied
    de voet
    • voet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pied:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis base; châssis; pied; support cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette
onderstel base; châssis; pied; support chevalet; support; tréteau
statief pied; statif
voet pied chevalet; jambe; os tarsien; patte; support; tréteau

Synoniemen voor "pied":


Wiktionary: pied

pied
noun
  1. anatomie|fr partie du corps humain située à l’extrémité des jambes.
pied
noun
  1. voortzetting van het been beneden de enkel
  2. de bodem van iets
  3. oude lengtemaat

Cross Translation:
FromToVia
pied voet foot — part of human body (jump)
pied poot foot — projection on equipment (jump)
pied voet foot — unit of measure (jump)
pied voetafdruk footprint — The impression of the foot

à pied:

à pied bijvoeglijk naamwoord

  1. à pied (en courant; en cours; courant)
    lopend
    • lopend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor à pied:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lopend courant; en courant; en cours; à pied

Synoniemen voor "à pied":

  • pédestrement; pédibus cum jambis

Wiktionary: à pied


Cross Translation:
FromToVia
à pied te voet; lopend afoot — means of locomotion, walking
à pied te voet on foot — walking, jogging, running
à pied lopen; wandelen walk — to travel a distance by walking
à pied lopend zu Fußwörtlich: durch Fortbewegung auf den Füßen

Verwante vertalingen van pied