Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: déchet

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: déchet

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

déchet:
- afvalstof; afvalmateriaal; afvalproduct; afval
Wiktionary:
- déchet → vuilnis, huisvuil, vuil

Frans

Uitgebreide vertaling voor déchet (Frans) in het Nederlands

déchet:

déchet [le ~] zelfstandig naamwoord

le déchet (détritus)
de afvalstof; het afvalmateriaal
- afvalstof [de ~] zelfstandig naamwoord
- afvalmateriaal [het ~] zelfstandig naamwoord
le déchet (produit résiduaire; sous-produit)
de afvalstof; het afvalproduct
- afvalstof [de ~] zelfstandig naamwoord
- afvalproduct [het ~] zelfstandig naamwoord
le déchet
de afval
- afval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor déchet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afval	déchet	débris; déchets; décombres; gravats; immondices; ordures; ordures ménagères
afvalmateriaal	déchet; détritus
afvalproduct	déchet; produit résiduaire; sous-produit
afvalstof	déchet; détritus; produit résiduaire; sous-produit

Synoniemen voor "déchet":

battiture; ébarbure; détritus; résidu; rebut; débris; reste; ordure; immondice; épluchure; pelure; excrément; excrétion; déjections; fèces; selle; déjection; fange; vidange; balayure; gadoue; raclure; rognure

Wiktionary: déchet

Cross Translation:

From	To	Via
• déchet	→ vuilnis; huisvuil; vuil	↔ garbage — waste material
• déchet	→ vuilnis; vuil	↔ trash — things to be discarded

Computer vertaling door derden: