Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. casque:
  2. Casque:
  3. casqué:
  4. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor casque (Frans) in het Nederlands

casque:

casque [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le casque
    de helm; hoofdbescherming

casque [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la casque (capuce)
    de kap; het hoofddeksel
    • kap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoofddeksel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor casque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
helm casque
hoofdbescherming casque
hoofddeksel capuce; casque bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre
kap capuce; casque capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture

Synoniemen voor "casque":


Wiktionary: casque

casque
noun
  1. Armure défensive
  2. Appareil servant à écouter un son
  3. Séchoir
casque
noun
  1. beschermend hoofddeksel

Cross Translation:
FromToVia
casque hoofdtelefoon headphones — pair of speakers worn over or in the ears so only the wearer can hear the sound
casque helm helmet — protective head covering
casque helm Helm — vor allem vor mechanischen Einflüssen schützende Kopfbedeckung

Casque:

Casque

  1. Casque
    de headset
    • headset [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Casque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
headset Casque

casqué:

casqué bijvoeglijk naamwoord

  1. casqué
    gehelmd

Vertaal Matrix voor casqué:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehelmd casqué

Verwante vertalingen van casque