Frans
Uitgebreide vertaling voor arrondi (Frans) in het Nederlands
arrondi:
-
arrondi (sphérique; rond; circulaire; en boule; globulaire)
-
arrondi (bombé; enflé; rond; bouffi; en forme de globe; sphérique; en forme de sphère; en forme de balle)
bolvormig; bol; kogelvormig-
bolvormig bijvoeglijk naamwoord
-
bol bijvoeglijk naamwoord
-
kogelvormig bijvoeglijk naamwoord
-
-
arrondi
rondachtig-
rondachtig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor arrondi:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afronding | arrondi | |
bol | globe; petite boule; sphère; tête; tête humaine | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bol | arrondi; bombé; bouffi; circulaire; en boule; en forme de balle; en forme de globe; en forme de sphère; enflé; globulaire; rond; sphérique | bombé; convexe; gonflé; rond |
bolvormig | arrondi; bombé; bouffi; en forme de balle; en forme de globe; en forme de sphère; enflé; rond; sphérique | |
kogelrond | arrondi; circulaire; en boule; globulaire; rond; sphérique | |
kogelvormig | arrondi; bombé; bouffi; en forme de balle; en forme de globe; en forme de sphère; enflé; rond; sphérique | |
rond | arrondi; circulaire; en boule; globulaire; rond; sphérique | |
rondachtig | arrondi | |
sferisch | arrondi; circulaire; en boule; globulaire; rond; sphérique |
Synoniemen voor "arrondi":
arrondir:
arrondir werkwoord (arrondis, arrondit, arrondissons, arrondissez, arrondissent, arrondissais, arrondissait, arrondissions, arrondissiez, arrondissaient, arrondîmes, arrondîtes, arrondirent, arrondirai, arrondiras, arrondira, arrondirons, arrondirez, arrondiront)
-
arrondir (contourner; éviter; doubler)
Conjugations for arrondir:
Présent
- arrondis
- arrondis
- arrondit
- arrondissons
- arrondissez
- arrondissent
imparfait
- arrondissais
- arrondissais
- arrondissait
- arrondissions
- arrondissiez
- arrondissaient
passé simple
- arrondis
- arrondis
- arrondit
- arrondîmes
- arrondîtes
- arrondirent
futur simple
- arrondirai
- arrondiras
- arrondira
- arrondirons
- arrondirez
- arrondiront
subjonctif présent
- que j'arrondisse
- que tu arrondisses
- qu'il arrondisse
- que nous arrondissions
- que vous arrondissiez
- qu'ils arrondissent
conditionnel présent
- arrondirais
- arrondirais
- arrondirait
- arrondirions
- arrondiriez
- arrondiraient
passé composé
- ai arrondi
- as arrondi
- a arrondi
- avons arrondi
- avez arrondi
- ont arrondi
divers
- arrondis!
- arrondissez!
- arrondissons!
- arrondi
- arrondissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor arrondir:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
omzeilen | arrondir; contourner; doubler; éviter |