Égalité: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

égalité:
- gelijkwaardigheid; gelijkheid; gelijkspel; remise; analogie; gelijksoortigheid; gelijkaardigheid; soortgelijkheid; evenredigheid; juiste proportie; regelmatigheid; egaliteit; gelijkslachtigheid
Wiktionary:
- égalité → gelijkspel, gelijkheid, gelijkberechtiging, gelijke stand

Frans

Uitgebreide vertaling voor égalité (Frans) in het Nederlands

l'égalité (équivalence)
de gelijkwaardigheid; de gelijkheid
- gelijkwaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'égalité (match nul; partie nulle)
het gelijkspel; de remise
- gelijkspel [het ~] zelfstandig naamwoord
- remise [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'égalité (uniformité; analogie; similitude; conformité; équivalence; identité; homogénéité)
de analogie; de gelijksoortigheid; gelijkaardigheid; soortgelijkheid
- analogie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gelijksoortigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gelijkaardigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- soortgelijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord
l'égalité (en bonne proportion; conformité; identité; similitude; équivalence; uniformité)
de evenredigheid; juiste proportie
- evenredigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- juiste proportie [znw.] zelfstandig naamwoord
l'égalité (régularité)
de regelmatigheid
- regelmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'égalité (homogénéité)
egaliteit
- egaliteit [znw.] zelfstandig naamwoord
l'égalité (homogénéité)
gelijkslachtigheid
- gelijkslachtigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
analogie	analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
egaliteit	homogénéité; égalité
evenredigheid	conformité; en bonne proportion; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
gelijkaardigheid	analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
gelijkheid	égalité; équivalence	régularité
gelijkslachtigheid	homogénéité; égalité
gelijksoortigheid	analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
gelijkspel	match nul; partie nulle; égalité
gelijkwaardigheid	égalité; équivalence
juiste proportie	conformité; en bonne proportion; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence
regelmatigheid	régularité; égalité
remise	match nul; partie nulle; égalité	dépôt; envoi d'argent; transfert d'argent
soortgelijkheid	analogie; conformité; homogénéité; identité; similitude; uniformité; égalité; équivalence

Cross Translation:

From	To	Via
• égalité	→ gelijkspel	↔ draw — tie as a result of a game
• égalité	→ gelijkheid	↔ equality — fact of being equal
• égalité	→ gelijkheid	↔ equality — mathematics: fact of having the same value
• égalité	→ gelijkberechtiging	↔ equality — equal treatment of people irrespective of social or cultural differences
• égalité	→ gelijke stand	↔ tie — tie score