Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pleine:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pleine (Frans) in het Nederlands

pleine:

pleine bijvoeglijk naamwoord

  1. pleine (gravide)
    bezwangerd
  2. pleine (gravide)
    drachtig

Vertaal Matrix voor pleine:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drachtig gravide; pleine
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezwangerd gravide; pleine

Synoniemen voor "pleine":

  • enceinte; prégnante; gravide; entourée; entière; intacte; intégrale; totale; plénière; complète; absolue; achevée; remplie; garnie; farcie; chargée; débordante; bondée; saturée; peuplée; occupée; repue; rassasiée

Wiktionary: pleine

pleine
adjective
  1. geheel gevuld

Cross Translation:
FromToVia
pleine zwaar solid — extremely filling

Verwante vertalingen van pleine