Frans

Uitgebreide vertaling voor éclore (Frans) in het Nederlands

éclore:

éclore werkwoord (éclos, éclôt, éclosent, éclorai, )

  1. éclore (s'épanouir)
    zich ontsluiten; opbloeien; ontluiken
    • zich ontsluiten werkwoord
    • opbloeien werkwoord (bloei op, bloeit op, bloeide op, bloeiden op, opgebloeid)
    • ontluiken werkwoord (ontluik, ontluikt, ontlook, ontloken, ontloken)
  2. éclore (s'épanouir)
    tot bloei komen; ontplooien; opfleuren; tot volle wasdom komen; opbloeien
    • tot bloei komen werkwoord (kom tot bloei, komt tot bloei, kwam tot bloei, kwamen tot bloei, tot bloei gekomen)
    • ontplooien werkwoord (ontplooi, ontplooit, ontplooide, ontplooiden, ontplooid)
    • opfleuren werkwoord (fleur op, fleurt op, fleurde op, fleurden op, opgefleurd)
    • opbloeien werkwoord (bloei op, bloeit op, bloeide op, bloeiden op, opgebloeid)

Conjugations for éclore:

Présent
  1. éclos
  2. éclos
  3. éclôt
  4. éclosent
futur simple
  1. éclorai
  2. écloras
  3. éclora
  4. éclorons
  5. éclorez
  6. écloront
subjonctif présent
  1. que j'éclose
  2. que tu écloses
  3. qu'il éclose
  4. que nous éclosions
  5. que vous éclosiez
  6. qu'ils éclosent
conditionnel présent
  1. éclorais
  2. éclorais
  3. éclorait
  4. éclorions
  5. écloriez
  6. écloraient
passé composé
  1. ai éclos
  2. as éclos
  3. a éclos
  4. avons éclos
  5. avez éclos
  6. ont éclos
divers
  1. éclos!
  2. éclos
  3. éclosant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor éclore:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tot bloei komen floraison; épanouissement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontluiken s'épanouir; éclore
ontplooien s'épanouir; éclore déployer; développer; ouvrir; s'épanouir
opbloeien s'épanouir; éclore
opfleuren s'épanouir; éclore faire plaisir à; rafraîchir; ragaillardir; raviver; remonter le moral à; reprendre des forces; requinquer; réconforter; se remettre; se requinquer; égayer
tot bloei komen s'épanouir; éclore
tot volle wasdom komen s'épanouir; éclore
zich ontsluiten s'épanouir; éclore

Synoniemen voor "éclore":


Wiktionary: éclore


Cross Translation:
FromToVia
éclore uit het ei komen hatch — to emerge from an egg
éclore het openbreken van een ei hatch — of an egg, to break open