Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
confiner:
-
Wiktionary:
confiner → inperken, beperken, begrenzen -
Synoniemen voor "confiner":
claustrer; cloîtrer; isoler; enfermer; séquestrer; emprisonner; renfermer; claquemurer; verrouiller; calfeutrer; consigner; cantonner; reléguer; fermer; serrer; emmurer; interner; écrouer; détenir; séparer; détacher; disjoindre; reclure; chambrer -
Synoniemen voor "confiner à":
avoisiner; jouxter
-
Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor confiner (Frans) in het Nederlands
Spelling Suggesties voor: confiner
confiner:
Synoniemen voor "confiner":
confiner à:
Synoniemen voor "confiner à":
Computer vertaling door derden:
Nederlands