Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parasol:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. parasol:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor parasol (Frans) in het Nederlands

parasol:

parasol [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le parasol (marquise)
    de markies; de parasol; de zonnescherm; de zonwering
  2. le parasol
    tuinparasol

Vertaal Matrix voor parasol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
markies marquise; parasol
parasol marquise; parasol
tuinparasol parasol
zonnescherm marquise; parasol
zonwering marquise; parasol

Synoniemen voor "parasol":


Wiktionary: parasol


Cross Translation:
FromToVia
parasol zonnescherm sunshade — something to keep the sun off



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parasol (Nederlands) in het Frans

parasol:

parasol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de parasol (markies; zonnescherm; zonwering)
    la marquise; le parasol
    • marquise [la ~] zelfstandig naamwoord
    • parasol [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor parasol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marquise markies; parasol; zonnescherm; zonwering
parasol markies; parasol; zonnescherm; zonwering tuinparasol

Verwante woorden van "parasol":


Wiktionary: parasol

parasol
noun
  1. zonnescherm
parasol
noun
  1. Petit parasol dont se servent surtout les femmes.