Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: collègue

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: collègue

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

collègue:
- collega; vakgenoot; ambtgenoot; confrater
Wiktionary:
- collègue → ambtgenoot, collega, medewerker
- collègue → collega, medewerkster, medewerker

Frans

Uitgebreide vertaling voor collègue (Frans) in het Nederlands

collègue:

collègue [le ~] zelfstandig naamwoord

le collègue (consoeur; confrère)
de collega; de vakgenoot; de ambtgenoot
- collega [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vakgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ambtgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le collègue (confrère)
de confrater
- confrater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor collègue:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambtgenoot	collègue; confrère; consoeur
collega	collègue; confrère; consoeur
confrater	collègue; confrère
vakgenoot	collègue; confrère; consoeur

Synoniemen voor "collègue":

acolyte; complice; compagnon; compère; camarade; servant; collaborateur; adjoint; assistant; associé; aide; coopérateur; second; participant; confrère; copain; condisciple; partenaire; pair; consoeur

Wiktionary: collègue

collègue

noun

(vieilli) Celui, celle qui exercer une fonction rémunérer par l’État, par rapport à ceux qui exercent cette même fonction.
- collègue → ambtgenoot; collega; medewerker

collègue

noun

een persoon die voor hetzelfde bedrijf werkt
- collega → collègue

Cross Translation:

From	To	Via
• collègue	→ collega	↔ colleague — fellow member of a profession
• collègue	→ medewerkster; collega; medewerker	↔ coworker — somebody with whom one works; a companion or workmate
• collègue	→ collega	↔ Kollege — Person, die mit anderen zusammen im gleichen Unternehmen oder im gleichen Beruf tätig ist