Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- quasi:
-
Wiktionary:
- quasi- → quasi
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- quasi:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor quasi- (Frans) in het Nederlands
quasi:
-
quasi (à peu près; presque; bientôt; tout de suite; pratiquement; tantôt; vite; failli; immédiat; à bref délai; immédiatement; aussitôt; prochainement; avant peu; sous peu; dans un instant; directement; quasiment; pour ainsi dire; d'ici peu; peu s'en faut)
-
quasi (soi-disant; pseudo-)
quasi; pseudo-; zogenaamde; kwasi-
quasi bijwoord
-
pseudo- bijvoeglijk naamwoord
-
zogenaamde bijvoeglijk naamwoord
-
kwasi bijvoeglijk naamwoord
-
-
quasi (quasiment; presque; quelque)
-
quasi (quasiment; presque; à peu près; pratiquement)
Vertaal Matrix voor quasi:
Synoniemen voor "quasi":
Verwante vertalingen van quasi-
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor quasi- (Nederlands) in het Frans
quasi:
-
quasi (zogenaamde; pseudo-; kwasi)
soi-disant; quasi; pseudo--
soi-disant bijvoeglijk naamwoord
-
quasi bijvoeglijk naamwoord
-
pseudo- bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor quasi:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | zogenaamd | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pseudo- | kwasi; pseudo-; quasi; zogenaamde | |
quasi | kwasi; pseudo-; quasi; zogenaamde | bijkans; bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast; zowat |
soi-disant | kwasi; pseudo-; quasi; zogenaamde | gewaand; vermeend; verondersteld; wat men noemt |