Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
manifeste:
- zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar; onmiskenbaar; klaarblijkelijk; zichtbaar; te zien; waarneembaar; herkenbaar; tastbaar; merkbaar; bemerkbaar; voelbaar; hoorbaar; blijkbaar; aantoonbaar; aanwijsbaar; klare; manifest
- assembly-manifest; manifest; manifest van de toepassing
- manifesté:
- manifester:
-
Wiktionary:
- manifeste → duidelijk, klaar, ogenschijnlijk, manifest, vrachtlijst, vrachtbrief
- manifester → laten blijken, manifesteren
Frans
Uitgebreide vertaling voor manifeste (Frans) in het Nederlands
manifeste:
-
manifeste (clair comme de l'eau de roche; évident; flagrant; clair comme le jour)
zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar-
zo klaar als een klontje bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
flagrant bijvoeglijk naamwoord
-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
zonneklaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
manifeste (évident)
overduidelijk; onmiskenbaar; klaarblijkelijk-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
klaarblijkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
manifeste (visible; visiblement; évident; distinct; de toute évidence; perceptible; perceptiblement; évidemment)
-
manifeste (perceptible; reconnaissable; tangible; identifiable; audible; visible; palpable; perceptiblement; évidemment; évident; visiblement; distinct; de toute évidence)
waarneembaar; herkenbaar; tastbaar; zichtbaar; merkbaar; bemerkbaar; voelbaar; hoorbaar-
waarneembaar bijvoeglijk naamwoord
-
herkenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
tastbaar bijvoeglijk naamwoord
-
zichtbaar bijvoeglijk naamwoord
-
merkbaar bijvoeglijk naamwoord
-
bemerkbaar bijvoeglijk naamwoord
-
voelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
hoorbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
manifeste (apparemment; de toute évidence; manifestement; visiblement)
-
manifeste (démontrable)
aantoonbaar-
aantoonbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
manifeste (démontrable; apte à être désigné)
aanwijsbaar-
aanwijsbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
manifeste (clair; limpide; évident; lumineux; pur; serein; lucide)
-
manifeste
-
manifeste (manifeste de l'assembly)
-
manifeste (manifeste de l'application)
Vertaal Matrix voor manifeste:
Synoniemen voor "manifeste":
Wiktionary: manifeste
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• manifeste | → duidelijk; klaar; ogenschijnlijk | ↔ apparent — clear |
• manifeste | → manifest | ↔ manifest — obsolete: public declaration |
• manifeste | → vrachtlijst; vrachtbrief; manifest | ↔ manifest — list of passengers or goods |
• manifeste | → manifest | ↔ manifesto — a public declaration of principles, policies, or intentions, especially that of a political party |
manifesté:
-
manifesté
gemanifesteerd-
gemanifesteerd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor manifesté:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gemanifesteerd | manifesté |
Synoniemen voor "manifesté":
manifeste vorm van manifester:
manifester werkwoord (manifeste, manifestes, manifestons, manifestez, manifestent, manifestais, manifestait, manifestions, manifestiez, manifestaient, manifestai, manifestas, manifesta, manifestâmes, manifestâtes, manifestèrent, manifesterai, manifesteras, manifestera, manifesterons, manifesterez, manifesteront)
-
manifester
-
manifester (démontrer; montrer)
-
manifester (exprimer; raconter; prononcer; se manifester; interpréter; donner tournure à; dire; avancer; communiquer; traduire; parler; formuler; proférer; se traduire; imiter; s'exprimer; faire un discours)
uiten; uitdrukken; verwoorden; uiting geven aan; uitdrukking geven aan; vertolken-
uiting geven aan werkwoord
-
uitdrukking geven aan werkwoord (geef uitdrukking aan, geeft uitdrukking aan, gaf uitdrukking aan, gaven uitdrukking aan, uitdrukking gegeven aan)
-
manifester (prouver; démontrer; montrer; mettre en evidence; confirmer; faire ses preuves; justifier; vérifier; attester; faire voir; établir l'existence de)
-
manifester (exprimer)
-
manifester (exposer; montrer; révéler; présenter; étaler; exhiber; faire étalage de)
vertonen; tonen; exposeren; tentoonstellen; voor ogen brengen-
tentoonstellen werkwoord (stel tentoon, stelt tentoon, stelde tentoon, stelden tentoon, tentoongesteld)
-
voor ogen brengen werkwoord
Conjugations for manifester:
Présent
- manifeste
- manifestes
- manifeste
- manifestons
- manifestez
- manifestent
imparfait
- manifestais
- manifestais
- manifestait
- manifestions
- manifestiez
- manifestaient
passé simple
- manifestai
- manifestas
- manifesta
- manifestâmes
- manifestâtes
- manifestèrent
futur simple
- manifesterai
- manifesteras
- manifestera
- manifesterons
- manifesterez
- manifesteront
subjonctif présent
- que je manifeste
- que tu manifestes
- qu'il manifeste
- que nous manifestions
- que vous manifestiez
- qu'ils manifestent
conditionnel présent
- manifesterais
- manifesterais
- manifesterait
- manifesterions
- manifesteriez
- manifesteraient
passé composé
- ai manifesté
- as manifesté
- a manifesté
- avons manifesté
- avez manifesté
- ont manifesté
divers
- manifeste!
- manifestez!
- manifestons!
- manifesté
- manifestant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor manifester:
Synoniemen voor "manifester":
Wiktionary: manifester
manifester
verb
manifester
-
rendre manifeste.
- manifester → laten blijken; manifesteren
verb
-
waarneembaar worden