Malaise: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

malaise:
- malaise; slapheid; slapte; onbehagen; onvrede; misnoegen; onmin; weekte; lagedrukgebied; depressie; drukminimum
Wiktionary:
- malaise → katzwijm, ongesteldheid, malaise
- malaise → ongesteldheid, kou, verkoudheid, indispositie

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

malaise:
- malaise; époque de crise
Wiktionary:
- malaise → malaise, faiblesse

Frans

Uitgebreide vertaling voor malaise (Frans) in het Nederlands

malaise:

malaise [le ~] zelfstandig naamwoord

le malaise (époque de crise)
de malaise; de slapheid; de slapte
- malaise [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slapheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slapte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le malaise (déplaisir; mécontentement; désaccord; discorde)
het onbehagen; de onvrede; het misnoegen; de onmin
- onbehagen [het ~] zelfstandig naamwoord
- onvrede [de ~] zelfstandig naamwoord
- misnoegen [het ~] zelfstandig naamwoord
- onmin [de ~] zelfstandig naamwoord
le malaise (mollesse; faiblesse; baisse; relâchement)
de slapte; weekte
- slapte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- weekte [znw.] zelfstandig naamwoord
le malaise (zone de basse pression; dépression; dépression atmosphérique)
het lagedrukgebied; de depressie; drukminimum
- lagedrukgebied [het ~] zelfstandig naamwoord
- depressie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- drukminimum [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor malaise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
depressie	dépression; dépression atmosphérique; malaise; zone de basse pression	crise; dépression; dépression nerveuse; période critique; recession
drukminimum	dépression; dépression atmosphérique; malaise; zone de basse pression
lagedrukgebied	dépression; dépression atmosphérique; malaise; zone de basse pression
malaise	malaise; époque de crise
misnoegen	discorde; déplaisir; désaccord; malaise; mécontentement	agacement; chiffonnement; contrariété; discorde; déplaisir; désaccord; irritation; mécontentement
onbehagen	discorde; déplaisir; désaccord; malaise; mécontentement	discorde; déplaisir; désaccord; mécontentement
onmin	discorde; déplaisir; désaccord; malaise; mécontentement	discorde; désordre
onvrede	discorde; déplaisir; désaccord; malaise; mécontentement	discorde; déplaisir; désaccord; désordre; mécontentement
slapheid	malaise; époque de crise	apathie; caractère terne; faiblesse; lourdeur; manque d'énergie; mollesse; paresse
slapte	baisse; faiblesse; malaise; mollesse; relâchement; époque de crise	apathie; défaillance; défaut; faiblesse; impuissance; indolence; inertie; lenteur; lourdeur; léthargie; mollesse; narcolepsie; paresse
weekte	baisse; faiblesse; malaise; mollesse; relâchement

Synoniemen voor "malaise":

collapsus; gaucherie; embarras; confusion; gêne; trouble; timidité; inconfort; inconvénient; indisposition; maladie; affection; atteinte; mal; traumatisme; dérangement; crise; attaque; épreuve; infirmité; rechute; vertige; nausée; vapeur; souffrance; peine; douleur; amertume; tourment; affliction; désolation; supplice

Wiktionary: malaise

malaise

noun

trouble plus ou moins léger de la santé, qui ne peut guère se localiser avec précision.
- malaise → katzwijm; ongesteldheid

malaise

noun

(medisch, nld) gevoel van onwelzijn
- malaise → malaise; faiblesse

Cross Translation:

From	To	Via
• malaise	→ ongesteldheid	↔ malaise — bodily feeling
• malaise	→ ongesteldheid; kou; verkoudheid	↔ Dalles — westmitteldeutsch, umgangssprachlich: vorübergehendes, leichtes Unwohlsein; Erkältung
• malaise	→ indispositie; ongesteldheid	↔ Unwohlsein — gefühlte körperliche oder psychische Unstimmigkeit

malaisé:

Synoniemen voor "malaisé":

ardu; difficile; pénible; laborieux; rude; raide; escarpé; dur; incommode; malcommode; gênant; délicat; compliqué; complexe; confus; périlleux; exigeant; embarrassant; encombrant; incommodant; intimidant; obstrué; embouteillant; dérangeant; abrupt; haut; montant; impraticable; dangereux; impossible; inabordable; inaccessible; inapplicable; irréalisable

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor malaise (Nederlands) in het Frans

malaise:

malaise [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de malaise (slapheid; slapte)
le malaise; l'époque de crise
- malaise [le ~] zelfstandig naamwoord
- époque de crise [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor malaise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
malaise	malaise; slapheid; slapte	depressie; drukminimum; lagedrukgebied; misnoegen; onbehagen; onmin; onvrede; slapte; weekte
époque de crise	malaise; slapheid; slapte

Wiktionary: malaise

malaise

noun

(medisch, nld) gevoel van onwelzijn
- malaise → malaise; faiblesse

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: malaise

Uitgebreide vertaling voor malaise (Frans) in het Nederlands

malaise:

malaise [le ~] zelfstandig naamwoord

le malaise (époque de crise)

le malaise (déplaisir; mécontentement; désaccord; discorde)

le malaise (mollesse; faiblesse; baisse; relâchement)

le malaise (zone de basse pression; dépression; dépression atmosphérique)

Vertaal Matrix voor malaise:

Synoniemen voor "malaise":

Wiktionary: malaise

malaisé:

Synoniemen voor "malaisé":

Uitgebreide vertaling voor malaise (Nederlands) in het Frans

malaise:

malaise [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de malaise (slapheid; slapte)

Vertaal Matrix voor malaise:

Wiktionary: malaise