Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. maire:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor maire (Frans) in het Nederlands

maire:

maire [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le maire (bourgmestre)
    de burgemeester

Vertaal Matrix voor maire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burgemeester bourgmestre; maire

Synoniemen voor "maire":


Wiktionary: maire

maire
noun
  1. FR|fr, CA|fr, Suisse|fr Le premier officier municipal d’une commune, municipalité ou CA|fr arrondissement, élire par les conseillers municipaux à l’issue des élections municipales.
maire
noun
  1. hoofd van het gemeentebestuur

Cross Translation:
FromToVia
maire burgemeester mayor — leader of a city
maire burgemeester Bürgermeister — Oberhaupt einer Stadt, Gemeinde oder anderen Kommune

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van maire