Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- imprévu:
-
Wiktionary:
- imprévu → onvoorzien
- imprévu → onvoorzien
Frans
Uitgebreide vertaling voor imprévu (Frans) in het Nederlands
imprévu:
-
imprévu (inattendu; soudain; brusquement; choquant; soudainement; tout à coup; gauche; promptement; précipitamment; rapidement; du coup; prompt; subitement; balourd; subito; cru; sec; rapide; subit; brusque; vite; sèche; rudement; inopiné; abrupt; d'un coup; à l'improviste; tout d'un coup; d'un ton brusque)
onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onverhoeds-
onverwacht bijvoeglijk naamwoord
-
onverwachts bijvoeglijk naamwoord
-
onvoorzien bijvoeglijk naamwoord
-
onverhoeds bijvoeglijk naamwoord
-
-
imprévu (abrupt; tout à coup; brusquement; soudain; soudainement; brusque; du coup; inopiné; promptement; inattendu; prompt; subitement; balourd; subito; gauche; précipitamment; subit; sèche; choquant; d'un coup; tout d'un coup; d'un ton brusque)
plotseling; opeens; ineens; onverwacht; abrupt; plotsklaps; plots; onverhoeds; onverwachts; eensklaps-
plotseling bijvoeglijk naamwoord
-
opeens bijwoord
-
ineens bijwoord
-
onverwacht bijvoeglijk naamwoord
-
abrupt bijvoeglijk naamwoord
-
plotsklaps bijwoord
-
plots bijvoeglijk naamwoord
-
onverhoeds bijvoeglijk naamwoord
-
onverwachts bijvoeglijk naamwoord
-
eensklaps bijwoord
-
-
imprévu (inespéré; contre toute attente)
onverhoopt-
onverhoopt bijvoeglijk naamwoord
-
-
imprévu (inattendu; insoupçonné; soudain; à l'improviste)
-
imprévu (soudain; inattendu)
klakkelings-
klakkelings bijvoeglijk naamwoord
-
-
imprévu (inattendu)
Vertaal Matrix voor imprévu:
Synoniemen voor "imprévu":
Wiktionary: imprévu
imprévu
Cross Translation:
adjective
-
Qu’on n’avait pas prévoir ; qui n'est pas conforme à des prévisions ou à un plan.
- imprévu → onvoorzien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imprévu | → onvoorzien | ↔ unforeseen — not foreseen |