Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enceinte:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor enceinte (Frans) in het Nederlands

enceinte:

enceinte bijvoeglijk naamwoord

  1. enceinte (grosse)
    zwanger; in verwachting

enceinte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'enceinte (douve; forteresse; fossé)
    de vesting; vestingsgracht; de veste
  2. l'enceinte (haut-parleur; baffle)
    de speaker
    • speaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. l'enceinte (muraille)
    de ommuring
    • ommuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. l'enceinte (mur d'enceinte)
    de ringmuur
    • ringmuur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. l'enceinte (rempart; retranchement; fortification)
    de verschansing; de schans

Vertaal Matrix voor enceinte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ommuring enceinte; muraille
ringmuur enceinte; mur d'enceinte
schans enceinte; fortification; rempart; retranchement
speaker baffle; enceinte; haut-parleur
verschansing enceinte; fortification; rempart; retranchement
veste douve; enceinte; forteresse; fossé bastion; forteresse; murs de la villes; rempart; rempart d'une ville
vesting douve; enceinte; forteresse; fossé
vestingsgracht douve; enceinte; forteresse; fossé
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwanger enceinte; grosse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in verwachting enceinte; grosse

Synoniemen voor "enceinte":


Wiktionary: enceinte

enceinte
adjective
  1. Qui est en état de grossesse, quasiment toujours parler de la femme.
noun
  1. Vaste salle
enceinte
adjective
  1. de toestand waarin een vrouw verkeert wanneer er in de baarmoeder een bevruchting heeft plaatsgevonden

Cross Translation:
FromToVia
enceinte zwanger; drachtig; pregnant pregnant — carrying developing offspring within the body
enceinte zwanger schwanger — in dem Zustand, in dem ein Embryo (nach Herausbildung der inneren Organe ein Fötus) im Körper heranreift

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van enceinte