Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: broche

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: broche

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

broche:
- broche; braadspit; braadspies; spies; satéspies; sierspeld
brocher:
- naaien; stikken; doorstikken; brocheren; inweven
Wiktionary:
- broche → spindel
- broche → broche, speldje, spies, spit, piek, hellebaard

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

broche:
- broche
Wiktionary:
- broche → broche

Frans

Uitgebreide vertaling voor broche (Frans) in het Nederlands

broche:

broche [la ~] zelfstandig naamwoord

la broche
de broche
- broche [de ~] zelfstandig naamwoord
la broche
het braadspit; braadspies
- braadspit [het ~] zelfstandig naamwoord
- braadspies [znw.] zelfstandig naamwoord
la broche (brochette)
de spies; satéspies
- spies [de ~] zelfstandig naamwoord
- satéspies [znw.] zelfstandig naamwoord
la broche (barrette)
de sierspeld
- sierspeld [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broche:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
braadspies	broche
braadspit	broche
broche	broche
satéspies	broche; brochette
sierspeld	barrette; broche
spies	broche; brochette	brochette

Synoniemen voor "broche":

agrafe; attache; fibule; fermoir; fermail; fermeture; crampon; accroche; épingle; barrette; bride; décoration; barbecue; brochette; hâtelet; clip; bijou; drapière; pince; fichoir; tringle; barre; tige

Wiktionary: broche

broche

noun

een klos waarop de katoen- of vlasdraad wordt gewonden
- spindel → broche
techniek|nld een as, meestal cd's en dvd's
- spindel → broche

Cross Translation:

From	To	Via
• broche	→ broche; speldje	↔ brooch — jewellery with pin
• broche	→ speldje	↔ pin — US: accessory attached with a pin
• broche	→ spies	↔ skewer — pin used to secure food during cooking
• broche	→ spit	↔ spit — a rod on which meat is grilled/broiled
• broche	→ piek; hellebaard	↔ Spieß — eine historische Stichwaffe; ein langer Stiel mit spitzem Ende zum stechen
• broche	→ spit	↔ Spieß — ein Besteck zum durchstoßen („aufspießen“) von Nahrung

broché:

Synoniemen voor "broché":

ferré; bardé; paré; protégé; tissé; brodé; tressé

broche vorm van brocher:

brocher werkwoord (broche, broches, brochons, brochez, brochent, brochais, brochait, brochions, brochiez, brochaient, brochai, brochas, brocha, brochâmes, brochâtes, brochèrent, brocherai, brocheras, brochera, brocherons, brocherez, brocheront)

brocher
naaien; stikken; doorstikken
- naaien werkwoord (naai, naait, naaide, naaiden, genaaid)
- stikken werkwoord (stik, stikt, stikte, stikten, gestikt)
- doorstikken werkwoord (doorstik, doorstikt, doorstikte, doorstikten, doorgestikt)
brocher
brocheren
- brocheren werkwoord (brocheer, brocheert, brocheerde, brocheerden, gebrocheerd)
brocher (tisser dans)
inweven
- inweven werkwoord (weef in, weeft in, weefde in, weefden in, ingewoven)

Conjugations for brocher:

Présent

broche
broches
broche
brochons
brochez
brochent

imparfait

brochais
brochais
brochait
brochions
brochiez
brochaient

passé simple

brochai
brochas
brocha
brochâmes
brochâtes
brochèrent

futur simple

brocherai
brocheras
brochera
brocherons
brocherez
brocheront

subjonctif présent

que je broche
que tu broches
qu'il broche
que nous brochions
que vous brochiez
qu'ils brochent

conditionnel présent

brocherais
brocherais
brocherait
brocherions
brocheriez
brocheraient

passé composé

ai broché
as broché
a broché
avons broché
avez broché
ont broché

divers

broche!
brochez!
brochons!
broché
brochant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor brocher:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brocheren	brocher
doorstikken	brocher
inweven	brocher; tisser dans
naaien	brocher
stikken	brocher

Synoniemen voor "brocher":

assembler; relier; ferrer; capturer; tisser; broder; tresser

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broche (Nederlands) in het Frans

broche:

broche [de ~] zelfstandig naamwoord

de broche
la broche
- broche [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broche:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broche	broche	braadspies; braadspit; satéspies; sierspeld; spies

Verwante woorden van "broche":

broches

Wiktionary: broche

Cross Translation:

From	To	Via
• broche	→ broche	↔ brooch — jewellery with pin