Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. broc:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor broc (Frans) in het Nederlands

broc:

broc [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le broc (cruche; pichet; pot; verseuse)
    de kan; de schenkkan
    • kan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schenkkan [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le broc (cruche; verseuse; pot)
    het schenkkannetje; het kannetje

Vertaal Matrix voor broc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kan broc; cruche; pichet; pot; verseuse
kannetje broc; cruche; pot; verseuse
schenkkan broc; cruche; pichet; pot; verseuse
schenkkannetje broc; cruche; pot; verseuse

Synoniemen voor "broc":


Wiktionary: broc

broc
noun
  1. récipient portatif d’une assez grande capacité, communément de bois, garnir de cercles de fer ou de cuivre, qui a une anse et un bec évaser et dont on se servir ordinairement pour tirer ou transporter du vin.

Verwante vertalingen van broc