Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: atténuer

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: atténuer

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. atténuer:
  2. Atténuer -:
  3. Atténuer +:
  4. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor atténuer (Frans) in het Nederlands

atténuer:

atténuer werkwoord (atténue, atténues, atténuons, atténuez, )

  1. atténuer (affaiblir)
    verzwakken; aftakelen; wegglijden
    • verzwakken werkwoord (verzwak, verzwakt, verzwakte, verzwakten, verzwakt)
    • aftakelen werkwoord (takel af, takelt af, takelde af, takelden af, afgetakeld)
    • wegglijden werkwoord (glijd weg, glijdt weg, gleed weg, gleden weg, weggegleden)
  2. atténuer (s'affaiblir; affaiblir; épuiser; perdre sa force)
    verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden
    • verzwakken werkwoord (verzwak, verzwakt, verzwakte, verzwakten, verzwakt)
    • uitputten werkwoord (put uit, putte uit, putten uit, uitgeput)
    • verslappen werkwoord (verslap, verslapt, verslapte, verslapten, verslapt)
    • zwakker worden werkwoord
    • aan kracht inboeten werkwoord (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
    • zwak worden werkwoord
  3. atténuer (adoucir; soulager; radoucir; modérer)
    verlichten; verzachten; lenigen
    • verlichten werkwoord (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)
    • verzachten werkwoord (verzacht, verzachtte, verzachtten, verzacht)
    • lenigen werkwoord (lenig, lenigt, lenigde, lenigden, gelenigd)
  4. atténuer (apitoyer; émouvoir; adoucir; )
    vermurwen
    • vermurwen werkwoord (vermurw, vermurwt, vermurwde, vermurwden, vermurwd)
  5. atténuer (adoucir; radoucir; modérer)
    verzachten; vervriendelijken
  6. atténuer (se ramollir; adoucir; modérer; rendre mou)
    week worden; verweken
    • week worden werkwoord
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
  7. atténuer (adoucir; attendrir; amollir; rendre mou)
    ontharden; verweken; zachtmaken
    • ontharden werkwoord (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken werkwoord (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)

Conjugations for atténuer:

Présent
  1. atténue
  2. atténues
  3. atténue
  4. atténuons
  5. atténuez
  6. atténuent
imparfait
  1. atténuais
  2. atténuais
  3. atténuait
  4. atténuions
  5. atténuiez
  6. atténuaient
passé simple
  1. atténuai
  2. atténuas
  3. atténua
  4. atténuâmes
  5. atténuâtes
  6. atténuèrent
futur simple
  1. atténuerai
  2. atténueras
  3. atténuera
  4. atténuerons
  5. atténuerez
  6. atténueront
subjonctif présent
  1. que j'atténue
  2. que tu atténues
  3. qu'il atténue
  4. que nous atténuions
  5. que vous atténuiez
  6. qu'ils atténuent
conditionnel présent
  1. atténuerais
  2. atténuerais
  3. atténuerait
  4. atténuerions
  5. atténueriez
  6. atténueraient
passé composé
  1. ai atténué
  2. as atténué
  3. a atténué
  4. avons atténué
  5. avez atténué
  6. ont atténué
divers
  1. atténue!
  2. atténuez!
  3. atténuons!
  5. atténué
  6. atténuant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor atténuer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitputten fatiguer; harasser; épuisement
verslappen affaiblissement
verzwakken affaiblissement
wegglijden glissade
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan kracht inboeten affaiblir; atténuer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser
aftakelen affaiblir; atténuer couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer
lenigen adoucir; atténuer; modérer; radoucir; soulager bouffer; casser la croûte; consommer; déjeuner; dîner; goûter; manger; souper
ontharden adoucir; amollir; attendrir; atténuer; rendre mou faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper
uitputten affaiblir; atténuer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser dépérir; exténuer; fatiguer; épuiser
verlichten adoucir; atténuer; modérer; radoucir; soulager irradier; mettre en lumière; reduire le poids; éclaircir; éclairer
vermurwen adoucir; amollir; apitoyer; attendrir; atténuer; modérer; radoucir; s'attendrir; émouvoir
verslappen affaiblir; atténuer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser mollir; pâlir; s'affaiblir; s'amollir
vervriendelijken adoucir; atténuer; modérer; radoucir
verweken adoucir; amollir; attendrir; atténuer; modérer; rendre mou; se ramollir faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper
verzachten adoucir; atténuer; modérer; radoucir; soulager
verzwakken affaiblir; atténuer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser
week worden adoucir; atténuer; modérer; rendre mou; se ramollir
wegglijden affaiblir; atténuer couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer
zachtmaken adoucir; amollir; attendrir; atténuer; rendre mou faire tremper; laisser tremper; macérer; mettre à tremper; radoucir; ramollir quelque chose; rendre mou; rendre tendre; se ramollir; tremper
zwak worden affaiblir; atténuer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser
zwakker worden affaiblir; atténuer; perdre sa force; s'affaiblir; épuiser

Synoniemen voor "atténuer":


Wiktionary: atténuer

atténuer
verb
  1. zwakker maken
Cross Translation:
FromToVia
• atténuer → verzachten; mitigeren ↔ mitigate — to reduce, lessen, or decrease

Atténuer -:

Atténuer - werkwoord

  1. Atténuer -
    Afnemen naar buiten

Vertaal Matrix voor Atténuer -:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Afnemen naar buiten Atténuer -

Atténuer +:

Atténuer + werkwoord

  1. Atténuer +
    Afnemen naar binnen

Vertaal Matrix voor Atténuer +:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Afnemen naar binnen Atténuer +







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0557 seconde
Page rendered in 1.0 seconds