Assemblée: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

assemblée:
- assemblee
- overleg; conferentie; samenkomst; beraadslaging; kerkvolk
Wiktionary:
- assemblée → assemblee, vergadering
- assemblée → vergadering, samenscholing, menigte, congregatie, bijeenkomst

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

assemblee:
- assemblée
Wiktionary:
- assemblee → assemblée

Frans

Uitgebreide vertaling voor assemblée (Frans) in het Nederlands

assemblée:

assemblée [le ~] zelfstandig naamwoord

l'assemblée
de assemblee
- assemblee [de ~] zelfstandig naamwoord

assemblée [la ~] zelfstandig naamwoord

l'assemblée (délibération; conférence; concertation; conseil; négociation; réunion; séance; congrès)
het overleg
– het praten erover ¹
- overleg [het ~] zelfstandig naamwoord
  - er was een overleg over dat probleem¹
de conferentie; de samenkomst; de beraadslaging
- conferentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- samenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beraadslaging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'assemblée (congrégation)
het kerkvolk
- kerkvolk [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor assemblée:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assemblee	assemblée
beraadslaging	assemblée; concertation; conférence; congrès; conseil; délibération; négociation; réunion; séance
conferentie	assemblée; concertation; conférence; congrès; conseil; délibération; négociation; réunion; séance
kerkvolk	assemblée; congrégation
overleg	assemblée; concertation; conférence; congrès; conseil; délibération; négociation; réunion; séance
samenkomst	assemblée; concertation; conférence; congrès; conseil; délibération; négociation; réunion; séance	affluence; attroupement; manifestation; masse; réunion

Synoniemen voor "assemblée":

aréopage; cénacle; tribunal; rassemblement; bouquet; bosquet; apothéose; bureau; cabinet; agence; chambre; pièce; enveloppe; colloque; conférence; discussion; séminaire; réunion; entretien; symposium; meeting; conversation; rencontres; sommet; comité; commission; cellule; débat; soirée; séance; session; congrès; concile; compagnie; présence; consistoire; conclave; synode; convent; discours; exposé; causerie; conciliabule; conseil; pourparlers; briefing; palabre; négociation; avertissement; conseiller; résolution; défenseur; cour; cortège; préau; diète; régime; abstinence; foule; affluence; multitude; monde; presse; assistance; public; masse; afflux; flot; nombre; peuple; cohue; manifestation; parlement; convention; représentation; hémicycle; plénum; forum; ralliement; concentration; agglomération; attroupement; queue; sénat; curie

Wiktionary: assemblée

assemblée

noun

réunion d’un certain nombre de personnes dans un même lieu.
- assemblée → assemblee; vergadering

Cross Translation:

From	To	Via
• assemblée	→ vergadering; samenscholing; menigte; congregatie; bijeenkomst	↔ congregation — A large gathering of people

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van assemblée

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor assemblée (Nederlands) in het Frans

assemblee:

assemblee [de ~] zelfstandig naamwoord

de assemblee
l'assemblée
- assemblée [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor assemblee:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assemblée	assemblee	beraadslaging; conferentie; kerkvolk; overleg; samenkomst

Verwante woorden van "assemblee":

assemblees

Wiktionary: assemblee

assemblee

noun

réunion d’un certain nombre de personnes dans un même lieu.
- assemblée → assemblee; vergadering

Computer vertaling door derden:

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: assemblée

Uitgebreide vertaling voor assemblée (Frans) in het Nederlands

assemblée:

assemblée [le ~] zelfstandig naamwoord

l'assemblée

assemblée [la ~] zelfstandig naamwoord

l'assemblée (délibération; conférence; concertation; conseil; négociation; réunion; séance; congrès)

l'assemblée (congrégation)

Vertaal Matrix voor assemblée:

Synoniemen voor "assemblée":

Wiktionary: assemblée

Verwante vertalingen van assemblée

Uitgebreide vertaling voor assemblée (Nederlands) in het Frans

assemblee:

assemblee [de ~] zelfstandig naamwoord

de assemblee

Vertaal Matrix voor assemblee:

Verwante woorden van "assemblee":

Wiktionary: assemblee