Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: reproduire

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: reproduire

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. reproduire:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor reproduire (Frans) in het Nederlands

reproduire:

reproduire werkwoord (reproduis, reproduit, reproduisons, reproduisez, )

  1. reproduire (refléter; exprimer; rendre; interpréter; traduire)
    beschrijven; weergeven
    • beschrijven werkwoord (beschrijf, beschrijft, beschreef, beschrijfden, beschreven)
    • weergeven werkwoord (geef weer, geeft weer, gaf weer, gaven weer, weergegeven)
  2. reproduire (traduire; interpréter; rendre; )
    translateren; overbrengen; vertalen; vertolken
    • translateren werkwoord
    • overbrengen werkwoord (breng over, brengt over, bracht over, brachten over, overgebracht)
    • vertalen werkwoord (vertaal, vertaalt, vertaalde, vertaalden, vertaald)
    • vertolken werkwoord (vertolk, vertolkt, vertolkte, vertolkten, vertolkt)
  3. reproduire (photocopier; copier)
    reproduceren; fotokopiëren
    • reproduceren werkwoord (reproduceer, reproduceert, reproduceerde, reproduceerden, gereproduceerd)
    • fotokopiëren werkwoord (fotokopieer, fotokopieert, fotokopieerde, fotokopieerden, gefotokopieerd)
  4. reproduire (imiter; démarquer; copier; contrefaire)
    nabootsen; kopiëren; namaken
    • nabootsen werkwoord (boots na, bootst na, bootste na, bootsten na, nagebootst)
    • kopiëren werkwoord (kopiëer, kopiëert, kopiëerde, kopiëerden, gekopiëerd)
    • namaken werkwoord (maak na, maakt na, maakte na, maakten na, nagemaakt)
  5. reproduire
    vermenigvuldigen; voortplanten
    • vermenigvuldigen werkwoord (vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigde, vermenigvuldigden, vermenigvuldigd)
    • voortplanten werkwoord (plant voort, plantte voort, plantten voort, voortgeplant)
  6. reproduire (doubler; augmenter du double; redoubler)
    reproduceren; verdubbelen; vermenigvuldigen
    • reproduceren werkwoord (reproduceer, reproduceert, reproduceerde, reproduceerden, gereproduceerd)
    • verdubbelen werkwoord (verdubbel, verdubbelt, verdubbelde, verdubbelden, verdubbeld)
    • vermenigvuldigen werkwoord (vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigde, vermenigvuldigden, vermenigvuldigd)

Conjugations for reproduire:

Présent
  1. reproduis
  2. reproduis
  3. reproduit
  4. reproduisons
  5. reproduisez
  6. reproduisent
imparfait
  1. reproduisais
  2. reproduisais
  3. reproduisait
  4. reproduisions
  5. reproduisiez
  6. reproduisaient
passé simple
  1. reproduisis
  2. reproduisis
  3. reproduisit
  4. reproduisîmes
  5. reproduisîtes
  6. reproduisirent
futur simple
  1. reproduirai
  2. reproduiras
  3. reproduira
  4. reproduirons
  5. reproduirez
  6. reproduiront
subjonctif présent
  1. que je reproduise
  2. que tu reproduises
  3. qu'il reproduise
  4. que nous reproduisions
  5. que vous reproduisiez
  6. qu'ils reproduisent
conditionnel présent
  1. reproduirais
  2. reproduirais
  3. reproduirait
  4. reproduirions
  5. reproduiriez
  6. reproduiraient
passé composé
  1. ai reproduit
  2. as reproduit
  3. a reproduit
  4. avons reproduit
  5. avez reproduit
  6. ont reproduit
divers
  1. reproduis!
  2. reproduisez!
  3. reproduisons!
  5. reproduit
  6. reproduisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor reproduire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopiëren tirage de copie
overbrengen dénonciation; rapportage
verdubbelen fait de doubler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschrijven exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; traduire apprendre; caractériser; croquer; dire; décrire; définir; dépeindre; esquisser; expliquer; faire le compte rendu de; interpréter; raconter; ébaucher; écrire
fotokopiëren copier; photocopier; reproduire photocopier; polycopier
kopiëren contrefaire; copier; démarquer; imiter; reproduire contrefaire; copier; décevoir; faire une copie; falsifier; fausser; frelater; frustrer; imiter; pasticher; photocopier; piper; polycopier; tromper; truquer
nabootsen contrefaire; copier; démarquer; imiter; reproduire contrefaire; copier; décevoir; falsifier; fausser; frelater; frustrer; imiter; pasticher; piper; tromper; truquer
namaken contrefaire; copier; démarquer; imiter; reproduire contrefaire; copier; décevoir; falsifier; fausser; frelater; frustrer; imiter; pasticher; piper; tromper; truquer
overbrengen exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire communiquer; transférer
reproduceren augmenter du double; copier; doubler; photocopier; redoubler; reproduire
translateren exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire interpréter; traduire
verdubbelen augmenter du double; doubler; redoubler; reproduire
vermenigvuldigen augmenter du double; doubler; redoubler; reproduire multiplier
vertalen exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire faire une traduction; interpréter; traduire
vertolken exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; restituer; traduire avancer; communiquer; dire; donner tournure à; exprimer; faire un discours; faire une traduction; formuler; imiter; interpréter; manifester; parler; personnifier; proférer; prononcer; raconter; représenter; s'exprimer; se manifester; se traduire; traduire
voortplanten reproduire
weergeven exprimer; interpréter; refléter; rendre; reproduire; traduire afficher; restituer

Synoniemen voor "reproduire":


Wiktionary: reproduire

Cross Translation:
FromToVia
• reproduire → voortpanten ↔ reproduce — to generate offspring
• reproduire → afschilderen; schilderen; uitbeelden; uitschilderen ↔ zeichnen — (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0382 seconde
Page rendered in 1.0 seconds